Daktuin Gorlaeus: van studieproject tot groene ontmoetingsplek
Bovenop de fietsenstalling van het Gorlaeus Gebouw ligt een verborgen groene verrassing: de grootste daktuin van Leiden. Sinds dit collegejaar is de tuin toegankelijk voor alle studenten en medewerkers.
Als je dagelijks je fiets in de fietsenstalling van het Gorlaeus Gebouw parkeert, valt het je waarschijnlijk niet op. Pal boven je hoofd bevindt zich een weelde aan inheemse planten. De biologiestudenten van het Daktuindispuut bewandelen de trap aan de rechterkant van de fietsenstalling sinds dit voorjaar al regelmatig – en sinds dit studiejaar mag iedereen het dak op.
Groen boven je hoofd
Wat begon als een idee tijdens de bouw van het nieuwe Gorlaeus, groeide uit tot een biodivers project. Biologiestudenten, onder wie Harold Timans, werkten het plan uit in de minor Biodiversity, onder begeleiding van docent Marco Roos. Masterstudent Jop is al drie jaar betrokken: ‘Omdat het gebouw zo stevig was, konden we er een groen dak van maken. De universiteit en architecten pakten het idee enthousiast op.’
De aanleg ging niet zonder uitdagingen. Het dak bleek niet sterk genoeg voor een dikke laag aarde, dus kwam er een lichtgewicht mengsel van lavasteen en hydrokorrels. Ook de keuze van planten vergde creativiteit: op het dak is veel zon en wind. Bestuurslid Fiep Kok: ‘Soms verdwijnt iets binnen een week, maar veel soorten doen het verrassend goed.’
Verschillende onderdelen van de daktuin
Over de invulling van de daktuin is goed nagedacht. Zo is er een moestuin, waar verschillende groenten en fruit worden gekweekt. Voor de biofarmaceutische enthousiastelingen onder ons is er ook een strook met medicinale planten, en verschillende kruiden. De rest van de tuin is ingericht met inheems Nederlandse planten. Achterin de tuin is een veengebied nagebootst. Ergens halverwege is het de bedoeling dat het kunstwerk Sterrenacht van Vincent van Gogh nagemaakt wordt, maar dat komt later.
Daktuin met een visie
‘We wilden niet alleen maar een mooi dak’, vertelt Jop. Het Daktuindispuut werkt met een missie: bijdragen aan biodiversiteit en een plek bieden waar iedereen welkom is. ‘Studenten en medewerkers kunnen er even tot rust komen, water geven of meehelpen in de tuin.’
Plannen voor de toekomst zijn er ook genoeg. Zo is er het idee om studentenprojecten rondom de daktuin te organiseren. De biologen willen ook insecten, zoals nachtvlinders, gaan monitoren. ‘Maar eerst eens zien hoe de tuin zich ontwikkelt’, lacht Jop. ‘En of alles de winter overleeft.’
Mooiste pauzeplek van de universiteit
Wat hun favoriet uit de tuin is? Daar zijn de twee daktuinders snel uit. Voor Jop is dat het zeldzame veenpluis, wiens pluizige bloemen zijn naam eer aan doen. ‘Veenpluis groeit normaal alleen in heel natte, voedselarme gebieden, die in Nederland bijna verdwenen zijn. We hopen dat het volgend jaar hier gaat bloeien.’ Fiep vindt de moestuin het leukst. ‘Gewoon omdat je er straks ook echt uit kunt eten.’
De daktuinders nodigen iedereen van de faculteit uit om eens langs te komen. ‘Je hoeft geen groene vingers te hebben. Veel van ons – we zijn nu met zo’n dertig vrijwilligers – hebben ook geen tuinervaring. We ontdekken samen wat werkt. Gewoon proberen en zien wat aanslaat. En wie weet wordt dit wel de mooiste pauzeplek van de universiteit.’