
Van straatintimidatie tot machtsmisbruik: de sociale dynamiek achter gendergerelateerd geweld
Van straatintimidatie tot intieme terreur: gendergerelateerd geweld kent vele gezichten. Universitair docent Mischa Dekker onderzocht straatintimidatie in Nederland en Frankrijk en helpt instellingen en organisaties om verandering structureel te verankeren.
Vanaf dit najaar biedt het Centre for Professional Learning de cursus Gendergerelateerd Geweld aan, met onder anderen Mischa Dekker als docent.
Jongens en verantwoordelijkheid
Straatintimidatie is een zichtbare vorm van gendergerelateerd geweld en een thema dat Dekker grondig heeft bestudeerd. Zijn onderzoek laat zien dat jongeren verschillend reageren op preventieprogramma’s, afhankelijk van hun sociale en etnische achtergrond.
‘Jongens uit kansarme wijken voelen zich gestigmatiseerd door voorlichtingsprogramma’s; ze ervaren die vaak als een aanval op hun gemeenschap en reageren defensief of haken af. Witte jongens uit kansrijke milieus reageren positiever, maar zien grensoverschrijdend gedrag vooral als een probleem van “anderen”. Daardoor voelen ze weinig urgentie om zichzelf te bevragen. In beide gevallen wordt verantwoordelijkheid afgeschoven.’
'Verandering bereik je alleen als je aansluit bij hoe jongens en mannen naar de wereld kijken. Pas dan ontstaat ruimte voor een gesprek en reflectie op gedrag.'
Een overkoepelend probleem
Meisjes ervaren in alle milieus grensoverschrijdend gedrag, ook in welvarende omgevingen. Dat laat zien dat het probleem overal speelt. Verandering is dus geen kwestie van één groep, maar vraagt om preventief handelen in de hele samenleving.
Dekker benadrukt dat maatwerk cruciaal is: ‘Verandering bereik je alleen als je aansluit bij hoe jongens en mannen naar de wereld kijken. Pas dan ontstaat ruimte voor een gesprek en reflectie op gedrag, of dat nu in de straatcultuur is, op sociale media of in de klas.’
Een concreet aanknopingspunt ligt vaak in hun leefwereld, zoals gamen. ‘Als in een videospel vrouwen denigrerend of seksueel worden afgebeeld, is dat een mooie ingang voor de vraag: wat vind je daarvan? Jongeren herkennen dit en voelen zich betrokken. Dan zijn ze eerder geneigd om het gesprek te voeren en kritisch te reflecteren.’

Bagatellisering
Daders bagatelliseren hun gedrag vaak. ‘Als een groep jongens een meisje naroept, zien ze dat als stoer doen of als een onschuldig grapje.’ Volgens Dekker beseffen ze niet altijd dat dit voor de ander alweer een nare ervaring is. Voor meisjes en vrouwen is er telkens de afweging: reageer je wel of niet, en welke consequenties kan dat hebben?
Dekker: ‘Er is soms een dunne scheidslijn tussen wat acceptabel is en wat niet. Daar zit grijs gebied, maar vaak is duidelijk wanneer iemand te ver gaat. Bijvoorbeeld wanneer een grens wordt genegeerd en het gedrag blijft of verergert. Voor professionals is het cruciaal om voorbij de intentie van de dader te kijken en aandacht te hebben voor de impact op het slachtoffer.’
Framing
Ook framing speelt een grote rol. ‘In Nederland is geweld tegen vrouwen lange tijd vooral gekoppeld aan migratieproblematiek of afgedaan als losse incidenten. Daardoor werden vormen zoals intieme terreur niet herkend of niet serieus genomen, en raakte grensoverschrijdend gedrag binnen instituties en instellingen al snel in de doofpot. Pas na de Voice-affaire werd het voor een breed publiek bespreekbaar om ook grensoverschrijdend gedrag in hoogopgeleide kringen en gevestigde instituties aan te pakken.’
Institutionele context
Dekker wijst erop dat gendergerelateerd geweld vaak verankerd zit in instituties. ‘Dat zie je in de culturele sector, zoals theater en film, maar ook bij universiteiten. Wanneer een kleine groep veel macht heeft en contracten onzeker zijn, ontstaan scheve verhoudingen. Dat vergroot de kans op structureel geweld en maakt het voor slachtoffers moeilijk om zich uit te spreken.’
Voorlichtingsprogramma’s zijn volgens hem waardevol, maar niet voldoende. ‘Zonder structurele maatregelen, zoals veilige contracten, duidelijke klachtenprocedures en meer zeggenschap voor werknemers, blijft cultuurverandering oppervlakkig.’
'Geweld benoemen als gendergerelateerd en structureel, creëert mogelijkheden om slachtoffers tijdig te beschermen.'
Verschillen tussen landen
Dekker vergelijkt Nederland en Frankrijk. ‘Frankrijk heeft een sterke feministische beweging; er zijn zelfs ministersposten voor gendergelijkheid. In Nederland werd begin deze eeuw juist gedacht dat emancipatie voltooid was. Daardoor bleef beleid achter en werden problemen vaak gebagatelliseerd.’
Toch ziet hij dat de perceptie in Nederland inmiddels verschuift: ‘Nu is er meer aandacht voor femicide en hernieuwde feministische bewegingen.’ Volgens hem maakt framing het verschil. ‘In Frankrijk wordt geweld expliciet benoemd als gendergerelateerd en structureel, waardoor er meer mogelijkheden ontstaan om slachtoffers tijdig te beschermen. Zo bestaan er speciale opvanghuizen en een landelijk netwerk van spoedhulplijnen. Daarnaast is er specifieke wetgeving die femicide apart benoemt, met strengere straffen en betere bescherming voor slachtoffers. Dat wil niet zeggen dat alles daar opgelost is. Dekker: ‘Affaires in Frankrijk, zoals die van Gerard Depardieu en Dominique Strauss-Kahn, tonen aan dat machtsmisbruik diepgeworteld blijft.’
Wat deelnemers meenemen
Dekker hoopt dat de cursus deelnemers helpt verder te kijken dan losse incidenten. ‘Gendergerelateerd geweld moet worden gezien in samenhang met bredere machtsstructuren en beroepsculturen. Ik wil dat deelnemers inzicht krijgen in de vormen en dynamieken, en leren hierop in te spelen. Bijvoorbeeld door framing bewust in te zetten, zodat verantwoordelijkheid zichtbaar wordt.’
Volgens hem spelen gelijkwaardige verhoudingen en vaste contracten een belangrijke rol, omdat mensen zich dan eerder geroepen voelen gevoelens van onveiligheid bespreekbaar te maken. De dynamieken verschillen per context, maar zijn herkenbaar. ‘Als je je kunt verhouden tot de jongens en mannen in je werkveld, kun je hen betrekken en verantwoordelijk houden. Daarbij helpt het als zij ook onderling leren reflecteren en elkaar aanspreken wanneer gedrag niet acceptabel is.’
Inschrijven
De cursus Gendergerelateerd Geweld is een verdiepend programma waarin wetenschap en praktijk samenkomen. Docenten naast Mischa Dekker zijn onder anderen Marieke Liem & Janine Janssen. Deelnemers ontwikkelen kennis en vaardigheden om gendergerelateerd geweld structureel aan te pakken binnen hun eigen organisatie of beleidscontext.