Universiteit Leiden

nl en
Medewerkerswebsite Luris

Alumnus Mojan Samadi: ‘Femicide gaat niet over het motief van de dader’

Mojan Samadi promoveerde in 2020 in Leiden en is sindsdien verbonden gebleven als universitair docent. Als onderzoeker houdt zij zich momenteel vooral bezig met gender en strafrecht, zoals de vraag hoe het strafrecht om moet gaan met het fenomeen femicide.

Alumnus en universitair docent Mojan Samadi
Alumnus en universitair docent Mojan Samadi

‘Mijn onderzoek zit op het snijvlak tussen mensenrechten en strafrecht’, vertelt Mojan Samadi, die sinds 2012 verbonden is aan het Instituut voor Strafrecht & Criminologie. Ze begon er als PhD-fellow en werkt sinds haar promotie in 2020 als universitair docent. ‘Toen mijn promotietraject erop zat, had ik geen enkele behoefte om weg te gaan.’

Hoewel Samadi uiteindelijk bewust koos voor een academische loopbaan, deed ze daarvoor praktijkervaring op in het internationaal recht. Na haar studies Public International Law en Strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam werkte ze bij advocatenkantoor Prakken d’Oliveira, het Cambodjatribunaal in Phnom Penh en het Libanontribunaal in Leidschendam.

‘Ik miste de vrijheid om te bepalen waar ik me mee bezighield’, vertelt de universitair docent. ‘Bij internationale tribunalen duren de processen bovendien heel lang door de politieke gevoeligheden, en die politieke gevoeligheden brengen ook mee dat het juridische werk soms ondergesneeuwd raakt. Dat was leerzaam, maar soms ook frustrerend.’

Vormverzuimen

Daarom solliciteerde Samadi in 2012 op een promotieplek in Leiden. Haar promotieonderzoek richtte zich op het belang van normnaleving door politie en justitie. ‘Dus op de vraag wat er gebeurt als politie of justitie fouten maken tijdens het strafproces’, legt ze uit. ‘Hoe gaat de rechter daar ter zitting mee om en zijn er andere instanties die zich daarmee bezighouden? Ik onderzocht welk toezicht er bestaat op dat handelen en of dat afdoende is.’

‘Een van de centrale vragen in mijn promotieonderzoek was: wat doen we wanneer de rechten van verdachten worden geschonden?’, vertelt Samadi. Hier komt volgens haar juist dat snijvlak tussen mensenrechten en het strafrecht samen. In de jaren na haar promotie verschoof haar focus naar bredere mensenrechtelijke thema’s, zoals gendergerelateerd geweld.

Sociologische kennis

‘Die interesse komt mede voort uit een al bestaande belangstelling voor feministische theorie’, vertelt de universitair docent. ‘Ik raakte geïnspireerd door de boeken van feministische denkers en filosofen zoals Judith Butler, Andrea Dworkin, Audre Lorde en Simone de Beauvoir.’

‘Toen ik onderzoek deed naar gendergerelateerd geweld in het juridische vakgebied, merkte ik dat de discussie heel vaak gevoerd werd zonder acht te slaan op de rijke sociologische kennis, terwijl die wel relevant is om het frame te kunnen duiden.’ Om die reden probeert de universitair docent die kennis te implementeren in haar onderzoek.

Dat doet ze met succes: vorig jaar werd een artikel van Samadi over de strafrechtelijke context van femicide bekroond met een Meijersprijs en de Van Wersch Springplankprijs. De Meijersprijs gaat jaarlijks naar het beste wetenschappelijke artikel binnen elk facultair onderzoeksprogramma. De Van Wersch Springplankprijs, een fonds op naam bij het Leids Universiteits Fonds, bestaat uit €10.000 en wordt toegekend aan een Meijersprijswinnaar voor een bijzondere bijdrage aan hun onderzoeksgebied.

Vrouwenhaat

In haar artikel Femidice of moord? onderzocht Samadi de waarde van het gebruik van de term femicide binnen het Nederlandse strafrechtelijke beleid. ‘Femicide is juridisch gezien een lastige term’, legt ze uit. ‘Althans, als je de term een-op-een overneemt uit de sociologische literatuur. Je moet dan niet alleen bewijzen dat iemand opzettelijk heeft gedood, maar ook dat dit gebeurde vanwege het gender van het slachtoffer, het vrouw zijn. Dat veronderstelt een motief van vrouwenhaat en dat is nagenoeg onmogelijk juridisch aan te tonen. Bovendien misken je daarmee wat de essentie is van het gebruik van deze term, namelijk de maatschappij-kritiek.’

Wat is femicide?

‘Femicide is een samenstelling van het Latijnse femina (vrouw) en -cide (slachten of doden). Letterlijk betekent het dus: het doden van een vrouw. Daarmee verschilt het van homicide, dat algemeen gebruikt wordt voor moord, vaak zonder genderonderscheiding. Als we kijken naar moorden op vrouwen, dan zien we dat die doorgaans in een heel andere context plaatsvinden dan moorden op mannen. Femicide verwijst dus naar vrouwenmoord in een context van gendergerelateerd geweld, zoals bij partnerdoding of seksueel geweld.’

Volgens haar zou een juridische definitie dus niet het motief van de dader centraal moeten stellen, maar de objectieve context van het geweld zou leidend moeten zijn. ‘Bijvoorbeeld wanneer een misdrijf vrouwen structureel en disproportioneel treft, zoals bij seksueel geweld, genitale verminking of partnerdoding. Wanneer dit geweld dodelijk is, kan worden gesproken van femicide’, aldus Samadi.

Gendergelijkheid

Een mogelijke stap zou zijn om de term femicide op te nemen in het Wetboek van Strafrecht. ‘Latijns-Amerika is hierin een voorloper, maar ook enkele Europese landen hebben die stap inmiddels gezet’, zegt de universitair docent. ‘Maar we kunnen die wetgeving niet zomaar overnemen. We moeten eerst goed onderzoeken wat in Nederland precies het probleem is. Onze maatschappelijke culturele context verschilt sterk van bijvoorbeeld die in Mexico. Ook in Nederland is er dodelijk gendergerelateerd geweld tegen vrouwen, maar de vorm daarvan kan anders zijn dan in andere landen.’

‘Bovendien is alleen het strafrecht aanpassen geen oplossing’, benadrukt ze. Hoewel de ernst van het geweld wél via het strafrecht bestraft moet worden, ligt de echte sleutel volgens Samadi elders. ‘Het geweld komt voort uit genderongelijkheid en dat is een breder maatschappelijk en cultureel probleem.’ Volgens haar moet er meer aandacht komen voor gendergelijkheid. ‘Dit vraagt om een bredere maatschappelijke discussie. Denk aan publieke campagnes, meer aandacht in het onderwijs en vooral niet continu wijzen naar anderen. Dit thema wordt niet zelden gegijzeld om vreemdelingenhaat te ventileren, terwijl misogynie ook onderdeel is van de Nederlandse maatschappij. De aanpak van het probleem vergt veel zelfreflectie en introspectie.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.