De democratie doorgerekend: Simon Otjes over politicologie en praktijk
Politicologen bestuderen thema’s die de samenleving raken, maar hun werk blijft vaak buiten beeld. Niet altijd: het onderzoek van de Leidse politicoloog Simon Otjes heeft wél zichtbaar effect.
De Leidse politicoloog adviseert geregeld onder meer de Tweede Kamer en het ministerie van Binnenlandse Zaken. Wij spraken hem over samenwerken met je studieobject, de Formule van Otjes, het tweaken van het kiesstelsel, en de aantrekkelijkheid van het burgemeestersvak.
Formule van Otjes
In 2021 deed Otjes op verzoek van Binnenlandse Zaken onderzoek naar het betrekken van in het buitenland woonachtige Nederlanders bij de samenstelling van de Eerste Kamer. ‘Misschien wel de meest bijzondere opdracht die ik tot dusverre heb gekregen’, zegt hij. ‘Heel technisch en voor de meeste mensen, politicologen niet uitgezonderd, waarschijnlijk slaapverwekkend. Daarom heel kort: de Eerste Kamer wordt gekozen door de Provinciale Staten en, sinds 2017, door kiescolleges in Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Ik bekeek hoe een kiescollege zou kunnen worden samengesteld voor Nederlanders die in het buitenland wonen en hoeveel gewicht de stemmen van deze groep mensen in de schaal zouden moeten leggen. Daaruit kwam onder meer de “formule voor de berekening van de stemwaarde voor het kiescollege niet-ingezetenen”. Die staat nu toe boek als de “Formule van Otjes”, wat ik zelf dan toch wel grappig vind.’
Aan welke knoppen kunnen we draaien?
Bij een andere adviesklus, ook over democratische vertegenwoordiging, liep het anders. Otjes vertelt: ‘Vorig jaar zomer, het regeerprogramma van PVV, VVD, BBB en NSC lag er nét, kreeg ik een mailtje van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Zij zagen het hoofdlijnenakkoord met daarin een nieuw kiesstelsel en vroegen zich af: “Als we dit willen bereiken, aan welke knoppen kunnen wij dan draaien?” Binnen het Ministerie is veel juridische expertise, maar er werken weinig kwantitatief ingestelde politicologen. Dus ben ik samen met Henk van der Kolk (UvA en Twente) en Karel Kroese (Twente) aan het puzzelen en het rekenen geslagen.’
Even wat context: het demissionaire kabinet-Schoof wilde het kiesstelsel vernieuwen. Vooral NSC en BBB pleitten voor een sterkere regionale band tussen kiezer en Kamerlid: minder Randstad, meer provinciale stem. Nederland kent nu een systeem van evenredige vertegenwoordiging: zetels worden verdeeld naar het landelijke stemtotaal, ongeacht waar de stemmen vandaan komen.
NSC en BBB stelden voor een deel van de Kamer via kiesdistricten te laten kiezen, afhankelijk van het inwonertal. De rest van de zetels – ‘vereffeningszetels’ – zouden dan het landelijke evenwicht herstellen. Hoe je zo’n systeem rechtvaardig en werkbaar maakt, is precies het soort vraag waar Simon Otjes zich al sinds zijn studententijd in vastbijt.
‘Wij zijn gaan uitzoeken’, preciseert Otjes, ‘onder welke omstandigheden en bij welke precieze inrichting van zo’n kiesstelsel de partijpolitieke evenredigheid wordt gewaarborgd dan wel bedreigd. En we hebben bekeken of het nieuwe stelsel inderdaad bijdraagt aan een betere geografische vertegenwoordiging binnen de Tweede Kamer.’
Om die vragen te beantwoorden, hebben Otjes en co. ‘een fors aantal scenario’s opgesteld en die gehouden langs alle verkiezingsuitslagen sinds 1998. Daarnaast hebben we ook een paar “stress tests” gedaan, met hypothetische stemverhoudingen, om te kijken hoe verschillende regels uitpakken bij ongebruikelijke, zeg maar extreme, verkiezingsuitslagen.’
Duivel in de details
Dit leverde naast een lijvig rapport ook een aantal publieksgerichte publicaties op. En het onderzoek mondde uit in een concreet voorstel voor aanpassingen aan het kiesstelsel. Alleen… toen viel het Kabinet Schoof. En dus belandde het voorstel in de spreekwoordelijke koelkast.
Maar het werk is niet voor niets geweest, vindt Otjes: ‘Volgens mij zijn we erin geslaagd te laten zien hoe complex een kiesstelsel in elkaar zit. De duivel zit in de details: een “beetje draaien aan een klein knopje” kan grote gevolgen hebben. Zo worden de consequenties van het invoeren van een kiesdrempel nog al eens onderschat in politiek Den Haag.’
‘Een “beetje draaien aan een klein knopje” kan grote gevolgen hebben.’
De politicoloog haast zich om erbij te zeggen dat de kieswetswijziging Nederland niet automatisch democratischer zou hebben gemaakt. ‘Er zijn een hoop factoren niet meegewogen. Denk bijvoorbeeld aan variatie in leeftijd van kamerleden. Of aan de ondervertegenwoordiging van vrouwen. Over de mogelijk nadelige gevolgen voor kleine partijen kun je ook nog wel een debat voeren. En datzelfde geldt ook voor de vraag of je met een dergelijke structuurwijziging ook een andere cultuur bewerkstelligt’, relativeert Otjes. ‘Dat wij een voorkeursvariant hebben aangedragen, wil niet zeggen dat we het in alle opzichten eens zijn met een verandering van het kiesstelsel. Maar het is wel ontzettend leuk om met deze puzzel bezig te zijn.’
Burgemeestersposten
Een recent voorbeeld van ‘advieswerk’ is Otjes’ onderzoek naar de populariteit van het burgemeestersambt. ‘Op het ministerie van Binnenlandse Zaken zagen ze een afname in het aantal sollicitanten voor burgemeestersposten. Waar ligt dat aan? Opiniemakers hadden hun verklaring snel klaar: bestuurders hebben steeds minder trek in functies waarin zij steeds vaker bloot staan aan persoonlijke bedreigingen.’
Samen met collega Zahra Runderkamp (destijds UvA, nu zelfstandig onderzoeker) deed Otjes uitgebreid onderzoek. En zij schetsten een meer genuanceerd beeld. ‘Een van onze bevindingen was dat het eigenlijk wel meevalt met die verminderde interesse voor het burgemeesterschap. Zeker als je het afzet tegen de algehele krapte op de arbeidsmarkt. En de reacties op bedreigingen lopen sterk uiteen. Ja, we zien gevallen van flight. Maar evengoed bestuurders die juist kiezen voor fight.’
‘Als wetenschapper kijk je toch iets verder’, meent Otjes. ‘Wij hebben bijvoorbeeld ook meegenomen of de opzet van de sollicitatieprocedure meespeelt, of hoe prettig het woonklimaat is in de gemeente met een burgemeestersvacature.’ Net als bij de doorrekening van een nieuw kiesstel geldt is het ook hier de kunst van de sociale wetenschapper om recht te doen aan een complexe werkelijkheid. ‘Tal van factoren spelen mee; sommigen daarvan zijn best lastig te analyseren en te wegen. Dat vergt creativiteit, doorzettingsvermogen en soms ook het maken van lastige keuzes.’
Bijdragen aan het debat
Natuurlijk maakt niet ieder onderzoek ook in de praktijk een verschil. Otjes: ‘Sommige stukken verdwijnen in de beruchte bureaulade. Gelukkig kan ik hier en daar een steentje bijdragen aan het debat. Ook dankzij media-aandacht en het feit dat ik nog steeds klussen kan doen voor opdrachtgevers zoals het ministerie van BZK.
‘Het mooie van de politicologie als vakgebied, vind ik, is dat je niet vastzit aan één type benadering, aan één denkrichting.’
Wat drijft Otjes? ‘Ik ben van jongs af aan gefascineerd door politiek. Het mooie van de politicologie als vakgebied, vind ik, is dat je niet vastzit aan één type benadering, aan één denkrichting. Voor mij is er niets leukers dan het openen van een nieuwe dataset. Wat zie ik? Welke vragen roept dat op? Op welke manieren zou ik die kunnen beantwoorden? Ik probeer graag dingen uit en dat leidt soms tot verassend inzichten.’
‘Pessimistisch over de wereld; optimistisch over Nederland’
Omdat democratie een sleutelbegrip is in het werk van Otjes, vragen we hem of we ons zorgen moeten maken over de democratie. ‘Andere collega’s weten hier meer van, maar de hamvraag is, volgens mij, welke instituties er zijn en of die macht concentreren dan wel verdelen. In de Verenigde Staten zie je nu in de praktijk weinig checks op de macht en ruim baan voor een president wiens partij een meerderheid heeft in de Senaat, het Huis van Afgevaardigden en de Hooggerechtshof. Tel daarbij op een steeds vijandiger politieke cultuur en je komt in gevaarlijk vaarwater. In Nederland hechten we gelukkig nog aan evenredigheid, samenwerking tussen partijen en het spreiden van macht. Ik was geen fan van het kabinet Schoof, al helemaal niet van de onderwijsbezuinigingen, maar ik luid niet de noodklok. Ik pessimistisch over de wereld; optimistisch over de democratie in Nederland.’
Over Social Sciences Connect
In deze reeks artikelen laten we zien hoe sociaalwetenschappelijk onderzoek en onderwijs bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Onderzoekers, docenten, studenten en maatschappelijke partners werken samen om kennis toegankelijk te maken en het verschil te maken. Door open wetenschap en betrokken onderwijs versterken we de verbinding tussen universiteit en samenleving. Zo bouwen we samen aan een toekomst waarin wetenschap en maatschappij hand in hand gaan.