Universiteit Leiden

nl en
Medewerkerswebsite Administratief Shared Service Centre
Je ziet nu alleen algemene informatie. Selecteer je organisatie om ook informatie te zien over jouw faculteit.

Wilde planten door de lens van een bioloog

Wat begon met een oude Sovjetcamera en een donkere kamer in Londen, groeide uit tot een levenslange passie. Ontwikkelingsbioloog Michael Richardson legt al sinds zijn jeugd de natuur vast — van wilde kustplanten tot microscopische details in het lab.

‘Ik denk dat het allemaal begon toen ik een jaar of veertien was, in Londen’, vertelt Richardson. Destijds bouwde hij thuis een donkere kamer en ontwikkelde hij zelf foto’s van wilde planten, gemaakt met een Sovjetcamera van het merk Zenit. Tijdens familievakanties aan de Engelse kust raakte hij gefascineerd door de variatie aan planten die hij daar zag. Zelf foto’s ontwikkelen en afdrukken werd een geliefde hobby, een die hij nog altijd met plezier uitoefent.

Na werk

In de serie Na werk maken we kennis met collega’s die naast hun werk bijzondere passies hebben. Wat inspireert hen, en hoe brengen ze die bevlogenheid mee naar hun werk?

‘Als bioloog wil je dingen kunnen herkennen’

De tijden zijn natuurlijk veranderd. Inmiddels gebruikt hij digitale camera’s met macrolenzen en gps-tags, wat het fotograferen en ordenen van planten een stuk eenvoudiger maakt. Maar zijn nieuwsgierigheid en oog voor detail zijn onveranderd gebleven. ‘Toen ik een tiener was, kon ik zo’n duizend plantensoorten uit mijn hoofd herkennen’, zegt hij. ‘Het is typisch voor biologen: je voelt je aangetrokken tot de natuurhistorie. Je wilt weten wat iets is; onbeantwoorde vragen vind je maar niks.’

‘Soms denk ik: ik had mijn artsenopleiding moeten afmaken. Maar spijt heb ik niet — ik hou te veel van biologie.’

Opmerkelijk genoeg had Richardson aanvankelijk andere plannen. Hij wilde eigenlijk geneeskunde studeren in Londen, maar tijdens een onderzoeksstage met kippenembryo’s ontdekte hij hoe leuk onderzoek kan zijn. Dat leidde uiteindelijk tot een promotie in de embryologie. ‘Soms denk ik: ik had mijn artsenopleiding moeten afmaken. Maar spijt heb ik niet — ik hou te veel van biologie.’

Sommige studenten houden van planten, anderen van reptielen

Die passie brengt hij ook over op zijn studenten. Zo legden studenten van de Leidse Biologen Club onlangs een daktuin vol wilde planten aan, compleet met naamkaartjes. ‘Ik heb daar een beetje aan meegewerkt’, zegt hij glimlachend. ‘Geweldig om te zien hoe studenten die liefde voor wilde flora delen.’

Sommige studenten trekken met hem het veld in om planten te fotograferen, anderen richten zich meer op dieren of moleculaire biologie. Een aantal heeft zelfs onderzoek gedaan naar reptielen — van slangenembryo’s tot pythons die thuis worden gehouden.

Eén student deed bij hem zowel zijn masterstage als promotie: natuurliefhebber Freek Vonk. ‘Je begint patronen te zien bij studenten’, zegt Richardson. ‘De één houdt van planten, de ander van reptielen, en weer anderen zijn juist biomedisch of celbiologisch ingesteld. Ik probeer ze allemaal te stimuleren.’

Kleine details haarscherp vastleggen

Fotografie en onderzoek hebben meer met elkaar gemeen dan je denkt. De vaardigheden die hij ontwikkelde bij het fotograferen van kleine details in planten, komen goed van pas bij microscopie in de embryologie. ‘Macro­fotografie en microscopie draaien eigenlijk om hetzelfde: kleine details zo helder mogelijk vastleggen’, legt hij uit.

Wat fotografeert Richardson het liefst? Dit is zijn favoriete foto-onderwerp

Een van zijn favoriete planten om te fotograferen is de bijenorchidee (Ophrys apifera), die zelfs vlak bij het Sylviuslaboratorium groeit. ‘Prachtig is die. Mensen geloven vaak niet dat hij gewoon in Nederland voorkomt. En het is een geweldig voorbeeld van mimicry: de bloem lijkt op een vrouwtjesbij en ruikt ook zo. Dit zorgt ervoor dat mannetjes de stuifmeelkorrels overbrengen.’ De bijen die de orchidee bestuiven zijn inmiddels grotendeels verdwenen, waardoor de plant zich in Nederland vooral zelf bestuift. ‘Hij bloeit in het begin van de zomer — zeker de moeite waard om volgend jaar eens te gaan kijken!’

Volgens Richardson is het meer dan onkruid, maar een plant met een eigen verhaal

Richardson fotografeert waar en wanneer hij maar kan, tijdens maandelijkse uitstapjes of gewoon onderweg op de fiets naar het Sylviusgebouw. Elke foto krijgt een nauwkeurige soortnaam en locatie — een échte wetenschappelijke gewoonte. En als voorbijgangers hem aanspreken, legt hij zijn hobby graag uit. ‘Ze zeggen vaak: “Ach, het is maar onkruid.” Maar natuurlijk heeft elke plant zijn eigen verhaal.’

Voor collega’s die ook met macrofotografie willen beginnen, heeft hij eenvoudig advies: kies je camera zorgvuldig, begin bescheiden en vraag hulp als dat nodig is. Vooruitkijkend droomt hij van een tuin waar hij straks zijn planten kan laten groeien, foto’s kan blijven maken en in alle rust van zijn hobby kan genieten.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.