Faculteitsbestuur antwoordt: veel gestelde vragen op een rij
Na het nieuws over de gewijzigde financiële vooruitzichten aan het begin van het academisch jaar, wilden we als faculteitsbestuur graag met de faculteit in gesprek gaan. In informatiebijeenkomsten bij alle instituten, het faculteitsbureau en in Den Haag kwamen we bij jullie langs om te horen welke vragen leven en wat er bij jullie speelt.
Er kwamen veel vragen die we hebben geprobeerd zo goed mogelijk van reactie te voorzien. Een greep uit de vragen zetten we hieronder op een rij. Een uitgebreid overzicht van vragen en antwoorden vinden jullie terug op de pagina Perspectief 2028.
        1. Hoe robuust zijn de financiële vooruitzichten voor de komende jaren?
We beginnen met de constatering dat de schouders er in de faculteit echt al onder zijn gezet, met concrete resultaten tot gevolg. Zo laat een evaluatie zien dat het vacaturefilter helpt bij het maken van weloverwogen keuzes over personeelsvervanging. In de afgelopen twee jaar heeft het filter al geleid tot een reductie van ruim 77 fte binnen onze faculteit. Dit laat zien dat we als organisatie in staat zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor onze gezamenlijke opgave, maar onze uitdagingen liggen nog niet achter ons.
Onze financiële vooruitzichten tot en met 2030 zijn gebaseerd op de gegevens die we nu kennen. Het effect van variabelen zoals studenteninstroom of mogelijke bezuinigingen op hoger onderwijs vanuit de overheid blijven onvoorspelbare factoren. In het verleden hebben we vanwege dergelijke onzekerheden steeds redelijk conservatief begroot. Mede daarom beschikken we nu over de nodige reserves om tekorten in de komende jaren op te vangen.
Hoe we er daadwerkelijk voor zullen staan in 2030, valt op dit moment niet precies te voorspellen. We hopen op een positiever beeld, maar dat is onzeker. Juist die onzekerheid onderstreept de urgentie om de tijd die we nu hebben ‘gekocht’ goed te besteden door samen te werken aan een flexibelere organisatie, zodat we in de toekomst beter kunnen inspelen op onverwachte ontwikkelingen.
2. Hoe wil het faculteitsbestuur voorkomen dat het scenario reorganisatie over vijf jaar weer op tafel ligt?
Op de korte termijn is onze strategie: de ingezette maatregelen - waaronder maatregelen in het onderwijs, taakstellingen bij instituten en het faculteitsbureau en het terugbrengen van het personeelsbestand door natuurlijk verloop - doorzetten en evalueren welk effect zij hebben op onze reservepositie. Op basis van die bevindingen bepalen we met elkaar welke keuzes we moeten maken voor de langere termijn. In dat kader werkt een taskforce met brede vertegenwoordiging vanuit de faculteit aan een plan om de stem van het onderwijs – die binnen onze matrixorganisatie geen formele plek heeft – beter vertegenwoordigd te krijgen. Hierover binnenkort meer.
Ondertussen geven we alvast meer prioriteit aan het verbeteren van onze inkomstenkant. door onder andere in te zetten op public affairs, om onze positie bij overheid en bedrijfsleven onder de aandacht te brengen en te versterken, en op fondsenwerving.
3. Wat wordt er verwacht van instituten en opleidingen?
Sommige instituten staan er beter voor dan andere, deels als gevolg van de aanwezigheid van kostbare expertisegebieden. Tegelijkertijd is ieder instituut en iedere opleiding belangrijk voor onze faculteit en dragen zij bij aan onze unieke signatuur. Daarom hebben we, mede na consultatie van de wetenschappelijk directeuren, besloten om zo nodig alle reserves in te zetten ten behoeve van de faculteit als geheel. Daarmee kunnen we de tekorten die we nu voorzien de komende vijf jaar opvangen. We verwachten daarbij dat de onderdelen van de faculteit met rode cijfers waar mogelijk extra inspanningen leveren om er na 2030 beter voor te staan.
In de tussentijd werken we aan de wendbaarheid van onze organisatie. De voorziene krimp in het personeelsbestand de komende jaren – collega’s die met pensioen gaan worden immers in principe niet vervangen – vraagt om meer flexibiliteit van medewerkers. We moeten met elkaar een manier vinden om beschikbare capaciteit in te zetten op plekken waar tekorten ontstaan. Een concreet voorbeeld is de verkenning naar inzet van BAIS-tutorial lecturers op andere plekken binnen de faculteit. Tegelijkertijd blijft afslanking van onderwijsprogramma’s een belangrijk instrument om de druk op personeel te verlagen. De onderwijsdirecteuren, samen met opleidingsvoorzitters, hebben hier een belangrijke rol in.
4. Hoe zit het met het faculteitsbureau?
De begroting van faculteitsbureau bestaat zowel uit salarissen als afdrachten voor diensten aan de centrale organisatie. Het totale budget mag maximaal 30% van het totale faculteitsbudget bedragen. We zien echter dat de afdrachten voor diensten stijgen; hierover is het faculteitsbestuur, samen met de andere faculteiten, blijvend in gesprek met universiteit.
De cijfers die we nu kennen leiden tot een negatieve begroting van het faculteitsbureau in de komende jaren. Enige nuancering is hier nodig: in de cijfers is namelijk geen rekening gehouden met natuurlijk verloop van medewerkers die elders een baan vinden. In de praktijk ligt dit verloop bij het OBP aanzienlijk hoger dan bij het WP. Daarmee is de verwachting dat dit budget in 2030 op nul uitkomt. Ook bij het faculteitsbureau wordt immers kritisch gekeken naar de noodzaak van vervanging bij vrijvallende vacatures. Er wordt zorgvuldig afgewogen hoe taken ook anders georganiseerd kunnen worden, zodat essentiële dienstverlening overeind blijft en de organisatie tegelijkertijd wendbaarder wordt richting de toekomst.
Tot slot
We waarderen het dat velen van jullie van de gelegenheid gebruik hebben gemaakt om je vragen te stellen. Als faculteitsbestuur blijven wij ons ervoor inzetten om zo open en transparant mogelijk te zijn over alle ontwikkelingen, ook als we misschien nog niet de definitieve antwoorden op alle vragen paraat hebben.
We kunnen ons voorstellen dat niet alle onderwerpen waar je misschien vragen over had, voldoende aan bod zijn gekomen tijdens de informatiebijeenkomsten. Je kunt je vragen nog steeds stellen via perspectief2028@hum.leidenuniv.nl. Wil je suggesties doen of verder met ons in gesprek, dan staan we ook tot je beschikking tijdens spreekuren. Meld je dan aan bij het secretariaat van het bestuur via secretariaat@hum.leidenuniv.nl, je bent van harte welkom!