Zeven Leidse wetenschappers krijgen ERC Starting Grant
Zeven wetenschappers van de Universiteit Leiden krijgen een ERC Starting Grant. Met deze subsidie kunnen onderzoekers hun eigen project lanceren, een eigen onderzoeksteam vormen en hun beste ideeën uitvoeren.
In totaal deelde de European Research Council (ERC) 628 miljoen euro aan subsidies uit. In Nederland kregen 44 wetenschappers een Starting Grant. De Leidse laureaten zijn:
Martin Berger (Archeologie)
Overal in Europa vind je etnografische musea met enorme collecties aan inheemse voorwerpen uit Latijns-Amerika. Het beeld dat Europeanen hebben van de oorspronkelijke bewoners van dit gebied is vormgegeven door deze collecties. Dit project onderzoekt de geschiedenis van deze collecties in hun totaliteit, gebruikmakend van computermodellen en big data-analyses. Het doel is om de individuele collecties in een bredere context van pan-Europese verzamelwoede te plaatsen.
Graig Klein (Governance and Global Affairs, Institute of Security and Global Affairs)
In het TERGAP-project onderzoeken Graig Klein en zijn team de besluitvorming en het strategisch geweld van terroristische groeperingen. Het project heeft als doel om terroristisch geweld beter te kunnen voorspellen en daardoor de veiligheid van burgers te vergroten.
Tomer Fishman (Wiskunde en Natuurwetenschappen, Centrum voor Milieuwetenschappen)
Hoeveel bouwmaterialen gebruiken we in het zuiden van de wereld? Dat is de vraag die onderzoekers met het Materials-GRoWL-project willen beantwoorden. Bouwmaterialen hebben veel impact op het milieu, denk aan grondstoffen, koolstofuitstoot en veranderingen in landgebruik. Wereldwijde studies gooien landen in het zuiden van de wereld vaak op één grote hoop onder de noemer ‘Rest of the World’ (RoW). En dat terwijl daar in de toekomst de grootste vraag naar bouwmaterialen is, en dus ook de gevolgen voor milieu en maatschappij zullen plaatsvinden. In dit project ontwikkelt Fishman nieuwe methodologieën om meer en nauwkeurigere data te verkrijgen en verschillende scenario’s uitwerken voor de toekomst. Op die manier hoopt hij risico’s te identificeren en kennis tussen landen uit te wisselen om zo verder onderzoek en beleid te informeren en waar nodig actie te kunnen ondernemen.
Adina Maricut-Akbik (Sociale Wetenschappen, Politieke Wetenschap)
Culturele stereotypen zijn alom aanwezig binnen de politiek en media-uitingen van de Europese Unie: de luie Grieken, de belastingontduikende Italianen, de gierige Nederlanders, enzovoort. Echter kunnen negatieve stereotypes zorgen voor conflicten tussen regeringen, voeden ze de euroscepsis onder kiezers en kunnen ze leiden tot discriminatie van burgers of lidstaten. Terwijl stereotypen in politieke retoriek en berichtgeving zijn bestudeerd, weten we weinig over de invloed ervan op het gedrag van nationale en EU-functionarissen. Daarom onderzoekt EUROTYPES hoe culturele stereotypen de samenwerking en effectiviteit in het hedendaagse EU-bestuur beïnvloeden.
Carolien Stolte (Geesteswetenschappen, Instituut voor Geschiedenis)
Is dekolonisatie een voorwaarde voor wereldvrede? En als men beide wil bereiken, welke van de twee heeft dan voorrang? Welke compromissen kunnen er eventueel worden gesloten? De leden van het RECONPAX-projectteam zullen de ideeën van vredesactivisten in vier verschillende regio's van de dekoloniserende wereld bestuderen om licht te werpen op de wisselwerking tussen lokale, regionale en mondiale ideeën over vredeswerk. Samen vragen ze zich af: wat gebeurt er als vredesactivisten met verschillende achtergronden en verschillende tradities van vredeswerk samenkomen in grote internationale organisaties voor vrede? Hoe beïnvloeden dergelijke ontmoetingen hun vermogen om zich te organiseren? Het lange tijdsbestek van het project (1918-1970) zorgt ervoor dat continuïteiten in vredesactivisme over verschillende politieke constellaties heen aan het licht kunnen worden gebracht.
Kamila Krakowska Rodrigues (Geesteswetenschappen, Centre for the Arts in Society)
De huidige mainstream discoursen over migratie en diversiteit geven geen goed beeld van de hedendaagse Europese stedelijkheid. Het project City Tales zal de verbeelding van diversiteit bestuderen in de films, optredens en (gesproken) literatuur van Afro-Europese kunstenaars in Lissabon en Rotterdam. Dit heeft als doel het transgressieve potentieel ervan te onderzoeken en mogelijkheden te creëren om anders te denken over migratiegerelateerde diversiteit. De verhalen van de kustenaars zullen hierbij het uitgangspunt vormen voor een theoretisch kader.
Thijs Porck (Geesteswetenschappen, Centre for the Arts in Society)
Veel taalkundige theorieën, editietechnieken, didactische methoden en vormen van literaire kritiek hebben hun wortels in de 19e eeuw. Het onderzoeken van deze erfenis leidt tot beter begrip van paradigma's en instellingen die het vakgebied vandaag nog steeds beïnvloeden. In de 19e eeuw werden Oudengelse gedichten geclaimd als cultureel erfgoed door verschillende niet-Engelstalige naties, waaronder Denen, Duitsers en Nederlanders. Deze concurrerende nationalistische, culturele toe-eigeningen vonden plaats tegen de achtergrond van een groeiende belangstelling voor de Oudengelse taal en literatuur op het hele Europese continent. Door de receptie van het vroegmiddeleeuwse Engels in 19e-eeuws continentaal Europa te bestuderen, voegt dit project een essentiële, decentraliserende dynamiek toe aan de geschiedschrijving van de studie van het Oudengels. Het project ontsluit nieuwe bronnen, legt intellectuele netwerken bloot en plaatst vergeten hoofdrolspelers in de schijnwerpers.
Beeld: European Union 2018 - Source : EP, Marc Dossmann