Universiteit Leiden

nl en
Medewerkerswebsite Centre for the Arts in Society
Je ziet nu alleen algemene informatie. Selecteer je organisatie om ook informatie te zien over jouw faculteit.

Vijf vragen over de verbetering van de onderwijslogistieke organisatie

De universiteit werkt aan een verkenning van het verbeteren van de onderwijslogistieke organisatie. Adjunct-directeur bedrijfsvoering en projectleider Joop van Pijkeren beantwoordt vijf vragen over het project.

1. Dag Joop, waar gaat deze verkenning precies over?

‘Onze onderwijslogistieke organisatie is gefragmenteerd georganiseerd en de ervaring is dat de afstand tussen ondersteuning die bij faculteiten en ook bij diensten is ondergebracht, groot is. Na initiële gesprekken is er door adviesbureau Turner een onderzoek uitgevoerd naar de onderwijs-logistieke dienstverlening. Op basis van de conclusies in hun eind 2024 verschenen rapport is er nu een vervolg in de vorm van deze verkenning. De nadruk ligt hierbij op kansen, en waar we elkaar kunnen aanvullen en versterken.’

2. Wat willen we daar uiteindelijk mee bereiken?

‘Er zijn meerdere doelen. Een daarvan is om uitvoering en beleid dichter bij elkaar brengen. We streven ook naar meer samenhang: geen individuele, maar juist een integrale aanpak, gericht op het belang van de universiteit en met het oog op de toekomst. Na het in kaart brengen van de huidige organisatie en het analyseren van bestaande knelpunten, werken we uiteindelijk één of twee meest haalbare en realistische scenario's uit. Een grote prioriteit daarbij is het goed kunnen ondersteunen van interdisciplinair onderwijs, tussen verschillende faculteiten. Om dat mogelijk te maken moet er meer gestandaardiseerd worden. Op die manier kunnen studenten straks gemakkelijker bewegen tussen opleidingen, bijvoorbeeld met een interdisciplinaire minor en lessen op verschillende locaties. Elke student moet straks terecht kunnen bij elke balie op elke locatie met dezelfde vragen voor dezelfde ondersteuning. Hier moeten ze op kunnen rekenen, los van welke faculteit ze op dat moment bezoeken.’

3. Wat moet er de komende maanden en jaren gebeuren om dat te kunnen verwezenlijken?

‘Voorop staat dat er echte interfacultaire samenwerking nodig is waarbij we krachten bundelen, kennis uitwisselen en capaciteit combineren. Iedereen ziet dat het beter kan, maar het is lastig om te beginnen. Dat gaan we daarom nu in gezamenlijkheid doen, vanuit ons toekomstbeeld en de lessons learned van andere universiteiten en W&N, waar nu ook een traject over onderwijslogistiek loopt. Er is gelukkig een zeer grote gedrevenheid. Het belang is duidelijk merkbaar en de betrokkenheid is zeer groot.’

4. Wat zijn volgens jou de grootste uitdagingen?

‘Verandering is altijd spannend. In dit project vinden we het belangrijk dat verandering en keuzes vanuit het universiteitsbrede belang en dat van de student worden gemaakt. We richten onze focus op versterken en verbinden. We verwachten dat iedereen hier vanuit zijn of haar eigen rol betrokken bij zal zijn en de voordelen ervan gaan ondervinden. De nadruk ligt in dit traject op tactisch niveau. Faculteiten zijn in werksessies in the lead, met vooral veel oog voor praktische uitdagingen en uitvoering. We zullen zoveel mogelijk ervaringsverhalen ophalen bij onze eigen collega’s om ze mee te kunnen nemen in onze dilemma’s en overwegingen.’

5. Hoe ziet de planning van het project er voor de komende tijd uit?

‘Op dit moment loopt de verkenning en spreken we vanuit het programma met experts: collega’s met veel expertise vanuit de faculteiten, SOZ, functioneel beheer, UFB en beraden. Een onderdeel van deze verkenning is een klankbordgroep met vertegenwoordiging vanuit faculteiten en expertisecentra om mee te denken en aan te haken. Begin 2026 verwachten we een advies over het vervolg, gericht op concrete opties voor een organisatiestructuur.’

Heb je vragen over de verkenningsopdracht? Neem dan gerust contact op met Joop.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.