Bedankt voor je interesse in de workshop “Wetenschappelijk handelen”, verzorgd door de LUMC Graduate School. Hieronder vind je antwoorden op de meest gestelde vragen. Mocht je nog andere vragen hebben, neem dan contact op met het bureau van de LUMC Graduate School via: graduateschool@lumc.nl.

De plek van de workshop binnen het LUMC Graduate School curriculum

Deze workshop maakt deel uit van het universiteitsbrede verplichte programma dat promovendus vertrouwd maakt met verschillende aspecten van wetenschappelijk handelen en integriteit. Het programma bestaat uit drie pijlers:

• Introductie van het onderwerp tijdens de universiteitsbrede introductiedag.
• Een vragenlijst over goed wetenschappelijk handelen, gevolgd door een e-learning ter voorbereiding op de workshop.
• Actieve deelname aan de workshop.

Als je dit leest, gaan we ervan uit dat je al hebt deelgenomen aan de universiteitsbrede introductiedag. Zo niet, registreer je dan hier.

Idealiter volg je deze workshop in de eerste 12–18 maanden van je promotietraject. De workshop Wetenschappelijk handelen LUMC is verplicht voor promovendi die gestart zijn vanaf september 2021 (voor wie vóór sept. 2021 is begonnen: het wordt sterk aangeraden).

Wat gebeurt er tijdens de workshop?

Tijdens de drie uur durende workshop behandelen we drie samenhangende onderdelen:

• De docent biedt (historische en wetenschappelijke) context bij het onderwerp.
• We reflecteren op de gedragscode, specifiek aan de hand van historische casussen en culturele verschillen – de voorbereidende opdracht komt hier aan bod.
• In subgroepen bespreken we een reeks hypothetische dilemma’s.

Wat kun je na afloop van de workshop?

Na afloop van de workshop:

• Heeft de promovendus kennis van, en kan reflecteren op, de gedragscode wetenschappelijke integriteit, met speciale aandacht voor de nieuwste aanvullingen in de versie van 2018.
• Heeft de promovendus kennis van de LUMC-onderzoeksregels.
• Kan de promovendus complexe casussen van vermeend wetenschappelijk wangedrag terugbrengen tot de kern, en onderscheid maken tussen integriteitskwesties, wetenschappelijk wangedrag en arbeidsconflicten.
• Kan de promovendus met peers reflecteren op integriteitskwesties, met bijzondere aandacht voor machtsdynamiek binnen begeleidingsrelaties.
• Weet de promovendus welke stappen genomen kunnen/moeten worden bij vragen over onderzoeksproblemen of bij vermoedens van schendingen van wetenschappelijke integriteit – met name binnen het LUMC.

Let op: in de Engelstalige workshops is er speciale aandacht voor de invloed van culturele verschillen op de interpretatie van wetenschappelijke integriteit.