Universiteit Leiden

nl en

André van der Laan benoemd tot bijzonder hoogleraar Jeugd- en Adolescentencriminaliteit

André van der Laan is benoemd tot bijzonder hoogleraar Jeugd- en Adolescentencriminaliteit aan de Universiteit Leiden. De bijzondere leerstoel Jeugd- en Adolescentencriminaliteit die hij bekleedt, is namens het Leids Universiteits Fonds (LUF) en het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) ingesteld. Het is de eerste keer dat er een bijzondere leerstoel wordt ingesteld vanuit het WODC.

André van der Laan (Foto: WODC)
André van der Laan (Foto: WODC)

Van der Laan combineert het bijzonder hoogleraarschap met zijn functie als senior onderzoeker en kennislijncoördinator Jeugdcriminaliteit bij het WODC.

De leerstoel richt zich op het nader duiden en verklaren van ontwikkelingen in de criminaliteit door jeugdigen en adolescenten. En op het evalueren van (buiten)strafrechtelijke aanpakken gericht op deze leeftijdsgroepen. Van der Laan wil daarbinnen specifieke aandacht geven aan het naleven van mensen- en kinderrechten in de praktijk.

Multidisciplinair onderzoek

André van der Laan ziet zijn invulling als een eervolle opdracht: 'Ik vind het belangrijk multidisciplinair onderzoek te doen naar ontwikkelingen in jeugd- en adolescentencriminaliteit. Een van de aandachtspunten is het nader duiden van de trends, zoals de impact van veranderend beleid en regelgeving. En ik wil de bedoelde en onbedoelde gevolgen van (beleids)aanpakken onderzoeken. Daarbij vind ik het heel belangrijk om ook te kijken naar het naleven en implementeren van kinder- en mensenrechten. De komende jaren evalueren wij al de aanpak Halt, in een samenwerkingsverband van het WODC, Universiteit Leiden en Universiteit Utrecht. De uitkomsten worden gebruikt om beleid rond justitie en veiligheid te ondersteunen.'

Binnen het Leidse universitaire onderwijs gaat André van der Laan een bijdrage aan de master Jeugdrecht en het vak Children in the justice system leveren. Hij richt zich dan met name op de ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit over de tijd en evaluatie van (buiten)strafrechtelijke aanpakken, zoals de Halt-interventie of het Adolescentenstrafrecht. Ook speelt hij een rol in het begeleiden van masterstudenten en promovendi.

Kruisbestuiving wetenschap en beleidsonderzoek

De combinatie van Van der Laans hoogleraarschap met zijn onderzoekersfunctie bij het WODC werkt aan twee kanten positief door. Van der Laan: 'Enerzijds geeft het onderzoek bij de universiteit inhoudelijke en multidisciplinaire verdieping aan de onderzoeken die we binnen de WODC-kennislijn Jeugdcriminaliteit al hebben lopen. Anderzijds biedt het toegepast (beleids)onderzoek daar belangrijke kennis uit de praktijk voor fundamenteel onderzoek.' Daarbij vindt Van der Laan het ook belangrijk om de samenwerking, zowel met academische collega’s als met maatschappelijke partners, verder uit te bouwen.

Versterken samenwerking

Hoogleraar Ton Liefaard, voorzitter van de afdeling Jeugdrecht waar de bijzonder hoogleraar werkzaam zal zijn, is verheugd over de samenwerking. ‘Onze afdeling kijkt enorm uit naar de samenwerking met André van der Laan, die met zijn kennis en ruime onderzoekservaring, het onderzoek en onderwijs binnen onze afdeling, faculteit en universiteit op het terrein van het jeugd- en adolescentenstrafrecht verder zal versterken en ontwikkelen.’

Directeur Gerty Lensvelt-Mulders van het WODC is bijzonder trots op deze eerste bijzondere leerstoel namens het WODC: 'Het jeugd- en adolescentencriminaliteit is een belangrijk onderwerp. Daarbij is samenwerking in wetenschappelijk onderzoek een belangrijk speerpunt voor het WODC. Als kennisinstituut willen we graag bijdragen aan het wetenschappelijke en het maatschappelijke debat. Ik heb alle vertrouwen in André van der Laan dat hij dit op een prachtige manier vorm gaat geven.'

Maatschappelijk belang

Jaarlijks komt ongeveer 1,5 tot 2% van de adolescenten in aanraking met de politie vanwege een misdrijf. Het percentage jongeren dat zelf zegt delicten te plegen, ligt hoger. We willen jongeren een veilige leefomgeving bieden. Kennis van ontwikkelingen over de tijd van jeugd- en adolescentencriminaliteit en de achtergronden daarvan zijn van belang, omdat het beleid aanknopingspunten biedt die leefomgeving te verbeteren. Inzichten in de gevolgen van beleidsaanpakken (wet- en regelgeving) alsook van (strafrechtelijke) sancties en interventies zijn ook nodig. Deze wetenschappelijke kennis helpt bij het maken van wetgeving, werkend beleid en aanpakken. Omdat de aanpak van politie en justitie ingrijpt op rechten van kinderen – door vrijheidsbeperking en -beneming – is het nodig oog te hebben voor het naleven van deze rechten in de praktijk. Hiermee kunnen weer aanknopingspunten worden gesignaleerd waarop beleid en uitvoering zich kunnen richten.

CV

André van der Laan studeerde ontwikkelingspsychologie aan de Universiteit Leiden. In 2004 promoveerde hij bij de vakgroep strafrecht en criminologie van de Universiteit Groningen. Hij deed dat met een onderzoek over weerspannigheid onder jongeren in een algemene populatie en jongeren die met justitie in aanraking waren gekomen. Sinds 2004 werkt Van der Laan bij het WODC als onderzoeker op het terrein van ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit. Daar heeft hij onder meer onderzoek verricht naar de achtergronden van jongeren die in aanraking zijn gekomen met politie en justitie, de ervaringen van jongeren met (jeugd)detentie, jeugdige cyberdaders en meisjes en jonge vrouwen die delicten plegen. In de periode 2014-2022 is onder zijn leiding een onderzoeksprogramma uitgevoerd naar de werking van het adolescentenstrafrecht bij jongvolwassenen. Sinds 2010 is Van der Laan projectleider van de Monitor Jeugdcriminaliteit, een langlopende multibronnen- en multimethodemonitor naar ontwikkelingen in de jeugdcriminaliteit. Hij coördineert het onderzoek van de kennislijn jeugdcriminaliteit bij het WODC, waarin onder zijn begeleiding onderzoekers uit verschillende disciplines werken aan onderzoek naar jeugdcriminaliteit en evaluatie van (buiten)strafrechtelijke aanpakken gericht op jeugd en adolescenten. Verder is hij lid van de redactie van het Tijdschrift voor Criminologie en lid van de redactieraad van Secondant.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.