Universiteit Leiden

nl en
Medewerkerswebsite Luris

Van romeinse munt tot natuurkundige metingen in een pretpark: het afwisselende werk van hoofd onderwijsbureau Marije Boonstra

‘Geen dag is hetzelfde – en dat maakt het leuk.’ Maar wat doet een hoofd onderwijsbureau eigenlijk? Marije Boonstra vertelt over de veelzijdigheid van haar werk: van roosteren tot het opzetten van vernieuwende onderwijsprojecten, van maatwerk voor studenten tot internationale conferenties met excursies naar Drievliet.

Wat denken mensen over jouw baan, wat helemaal niet waar is?

‘Dat ik alleen maar aan het roosteren ben. En dat je het rooster van vorig jaar kan kopiëren en plakken naar het nieuwe jaar.’ Een lachende Marije Boonstra: ‘Dat zou wel makkelijk zijn, maar zo gaat het niet. In januari beginnen we met ons team aan de roosters voor het collegejaar dat start in september. Van het uitvragen van de wensen van alle docenten, tot en met het passend krijgen van alle colleges in de beschikbare zalen. Het duurt echt maanden voordat we dit rond hebben.’

Maar er is meer. ‘In onderwijslogistiek komt echt ontzettend veel samen’, legt Boonstra uit. Als onderwijscoördinator én hoofd onderwijsbureau bij natuurkunde zoekt ze naar maatwerkoplossingen wanneer studenten in de knoop komen met hun onderwijsprogramma. Of als het spaak loopt omdat ze meerdere studierichtingen tegelijk volgen en hun roosters elkaar overlappen. Ook besteedt Boonstra veel tijd aan het evalueren van het onderwijs, en het verbeteren van het curriculum.

Hoe ben je in deze baan terechtgekomen?

‘Echt met een omweg. Toen ik veertien jaar oud was, namen mijn ouders een volkstuin. Letterlijk bij de eerste keer dat ik daar een schep in de aarde stak, vond ik een Romeinse munt. Die hebben we via via laten beoordelen door een archeoloog en dat wekte mijn interesse voor de studie Archeologie in Leiden. Na een hele leuke studietijd, werkte ik een aantal jaren als adviseur aan opgravingen en bodemonderzoeken.’ De crisis in de bouw had als gevolg dat er minder archeologische opgravingen waren, en Boonstra besloot verder te kijken.

Romeinse munt gevonden door Marije Boonstra toen ze 14 jaar oud was

Terugdenkend aan haar leuke studententijd, besloot ze te solliciteren bij de (voormalige) Casimir Research School, een samenwerking tussen Natuurkunde aan de Universiteit Leiden en de TU Delft. ‘Daar organiseerde ik het onderwijs en activiteiten voor de honderden promovendi werkzaam van de vakgebieden quantumnanoscience en bionanoscience, en coördineerde ik het grote NWO Zwaartekrachtprogramma NanoFront tussen 2012-2022’, vertelt Boonstra.

In 2022 kwam de functie van onderwijscoördinator bij het Leids Instituut voor Natuurkunde (LION) vrij en stapte Boonstra over naar deze functie. ‘Met ons ijzersterke team van vijf vrouwen vormen we het onderwijsbureau. Wij nemen de organisatorische zaken van al het onderwijs van de bachelor- en masteropleiding Natuurkunde en de Leids-Delftse master QIST uit handen van de onderwijsdirecteuren’, legt Boonstra uit.   

Is je werk afwisselend?

‘Letterlijk geen dag is hetzelfde in dit werk. Mijn werkweek verloopt steevast anders dan ik aan het begin van de week voor ogen heb’, vertelt Boonstra. Zo waren er afgelopen jaar twee grote en bijzondere projecten.

In september starten we met de nieuwe minor ‘De mysterieuze realiteit’. De vijftig studenten die deze minor gaan volgen hebben juist géén natuurkunde-achtergrond: ze studeren filosofie, psychologie, biologie of zelfs economie. In deze minor bespreken we onder andere de begrippen tijd en oerknal. ‘Ik ben zo nieuwsgierig naar het resultaat! Ik denk dat ik stiekem ook in de zaal ga zitten, net als sommige docenten filosofie’.

Illustratie: reclamemateriaal voor de nieuwe minor

Ook organiseerde ik dit jaar met mijn collega Paul Logman de GIREP, dé Europese conferentie over natuurkunde-onderwijsonderzoek. We ontvingen 330 gasten uit Europa, maar ook uit landen als Mexico en de Filipijnen. Eén van de leukste onderdelen van de conferentie was de excursie naar Drievliet, waarbij de natuurkundigen metingen mochten doen in de carrousels en het piratenschip. Maar ook de practicum-demonstraties waren geweldig. De sfeer was goed en onze gasten waren positief verrast over de faciliteiten die we hier in Leiden hebben. 

Wat is er top aan deze baan?

‘Dan denk ik aan drie woorden: inspraak, vertrouwen en saamhorigheid! Het leukste vind ik dat je mee kunt denken over het verbeteren van werkprocessen en die ook echt kunt beïnvloeden, samen met je collega’s. Namens ons instituut overleg ik bijna dagelijks op facultair niveau over de hervorming van de onderwijslogistiek. Een voorbeeld hiervan is de zalenplanning binnen FWN.’ De faculteit, maar ook de universiteit als geheel, heeft te maken met krapte aan onderwijsruimtes. Vooral de grote zalen zijn schaars én populair. ‘Onderhandelen over de zaalplanning duurde vroeger te lang. Mijn input heeft er onder andere toe geleid dat er nu een roosterbureau is. Zij verdelen de grote zalen - voorafgaand aan het roosteren - voor de hele faculteit. Dat werkt veel beter.’

Boonstra: ‘In mijn dagelijks werk krijg ik veel vertrouwen, vanuit het team, de onderwijsdirecteuren en het instituut LION. Iedereen kent elkaar en weet in grote lijnen wat er speelt. Ook als onderwijscoördinatoren beginnen we een steeds hechtere groep collega’s vormen. Een voorbeeld hiervan is dat we als team meededen aan de pubquiz in de WeAreScience-week. We eindigden op de 17e plek van de 68 teams!’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.