Wim Voermans over het coronabeleid van het kabinet
Door het uitblijven van een permanente coronawet kan het kabinet bij een nieuwe coronagolf uitsluitend rusten op noodverordeningen. In mei 2020 schreef de Raad van State dat noodverordeningen 'strikt genomen' niet voldoen aan de grondwettelijke vereisten voor het nemen van grondrechtbeperkende maatregelen.
Tijdens de 'acute, concrete en levensbedreigende aanvangsfase' was dat verdedigbaar, 'naarmate de situatie langer duurt, neemt de juridische houdbaarheid van de noodverordeningen af'.
'Eigenlijk zei de Raad van State: één keer, maar nooit meer,' zegt Wim Voermans, hoogleraar staatsrecht, tegen NRC. 'Het is zeker niet ondenkbaar dat rechters die geconfronteerd worden met boetes zeggen: dat is niet wettelijk.'
Waarom duurt het zo lang voor er een permanente coronawet is? Begin september werd de wijziging van de Wpg naar de Tweede Kamer gestuurd, de behandeling is amper begonnen. Een rondetafelgesprek met experts werd uitgesteld, omdat niet iedereen kon.
Voermans: 'Als het écht nodig is kan behandeling binnen een week. Onder grote druk wordt alles vloeibaar.' Het ontbreekt de Tweede Kamer aan urgentie. Sterker nog, het kan in het belang van sommige partijen zijn de behandeling van het wetsvoorstel uit te stellen. Partijen als PVV en FVD wíllen geen nieuwe maatregelen. Elke maand zonder ‘nieuwe coronawet’ is winst. En de partijen die wél graag een coronawet willen, hebben er baat bij te wachten tot de nood voor maatregelen hoog is. Dan is de kans groter dat critici hun kritiek inslikken.