Van Azerbeidzjaans tot Zweeds: ‘Meertaligheid vergroot je begrip voor de ander’
26 september is de Europese Dag van de Talen. Er zijn 24 officiële talen in Europa, maar er worden in totaal zo’n 200 talen gesproken op ons continent. Wat hebben we aan al die verschillende talen? En moeten we allemaal Azerbeidzjaans of Zweeds gaan leren? We vragen het Lisa Cheng, hoogleraar Algemene Taalwetenschap.
Er worden ruim 200 talen gesproken in Europa, maar lang niet elke taal door veel mensen. Zijn er veel talen die met ‘uitsterven’ bedreigd worden?
‘Wij taalkundigen noemen een taal bedreigd wanneer deze door niet veel kinderen meer als enige moedertaal gesproken wordt. Je hebt namelijk altijd een volgende generatie nodig om een taal levend te houden. Neem bijvoorbeeld het Fries: er zijn nog wel kinderen die het spreken, maar niet of nauwelijks meer als enige taal: altijd met Nederlands ernaast. En het worden er ook steeds minder. Dus je zou het Fries als bedreigde taal kunnen bestempelen. Hetzelfde geldt ook voor het Twents, het Limburgs en de andere streektalen in Nederland – en waarschijnlijk dus ook in andere landen.’
Is het eigenlijk erg, als talen uitsterven en er wat minder talen in Europa overblijven?
‘Talen zijn onderdeel van ons cultureel erfgoed, dus een taal die uitsterft betekent dat we een deel van ons erfgoed verliezen. Daarbij is het belangrijk om te beseffen dat er niet één taal is die beter is dan de andere – alle talen zijn gelijk en elke taal heeft bestaansrecht. Bovendien: diversiteit is in het algemeen natuurlijk goed, voor een samenleving, een land, een regio. Dat geldt dus ook voor taaldiversiteit.’
De Europese Dag van de Talen is ook in het leven geroepen om meertaligheid te stimuleren. Wat zijn wetenschappelijk gezien de voordelen van meertaligheid?
‘Als we willen begrijpen hoe taal als systeem werkt, hebben we al die verschillende talen nodig. Ik kan dat nu goed uitleggen aan de hand van het coronavaccin. De eerste vaccins waren gericht tegen één variant van het coronavirus. Inmiddels is het virus vele malen gemuteerd en gaan er allerlei varianten rond. Doordat wetenschappers al die varianten nu naast elkaar leggen, kunnen ze gaan werken aan een universeel vaccin: ze kunnen op zoek naar de ‘kern’ van het virus die in alle varianten gelijk is. Datzelfde doen wij als taalwetenschappers: om te begrijpen hoe taal werkt, moeten we al die varianten kennen en naast elkaar leggen om zo de ‘kern’ te kunnen vinden. Hoe meer variatie, hoe meer kans we hebben om die kern te ontdekken.’
‘Ook maatschappelijk heeft meertaligheid voordelen. Als je meer talen kent of spreekt, kijk je er ook niet van op als je iemand een andere taal hoort spreken. Je sluit zo iemand dan niet uit puur en alleen op grond van het feit dat hij of zij en andere taal spreekt. Je bent immers vertrouwd met situaties waarin andere talen worden gesproken, je bent gewend aan die diversiteit. Dat vergroot het begrip voor elkaar.’
‘En verder weten we uit wetenschappelijk onderzoek dat het cognitieve voordelen heeft als je meerdere talen spreekt. We zeggen wel eens: het leren van een nieuwe taal is het trainen van je mental muscle. Je bouwt cognitieve reserves op als je meertalig bent. En dat is niet zonder effect: zo blijken mensen die meerdere talen beheersen, tot wel vier jaar later last te krijgen van dementie dan mensen die maar één taal beheersen.
Dus jij kunt je wel vinden in de boodschap van deze dag en de oproep aan mensen om meer talen te leren?
‘Ik vind het heel mooi dat Europa het belang en de voordelen van meertaligheid benadrukt. Maar het zijn nog altijd wel de ‘Europese’ talen. Wat te denken van de talen die mee zijn gekomen met de verschillende migrantengemeenschappen die zich inmiddels in Europa hebben gevestigd? Die horen er wat mij betreft ook bij: de kinderen in deze groepen spreken vaak die taal met hun ouders plus de taal van het land waar ze wonen. Een hele generatie die automatisch tweetalig is, dat is alleen maar goed. Ik zou zeggen: omarm álle talen die hier gesproken worden!’