Collegecolumn: Laten we alert blijven op sociaal onwenselijk gedrag
Het is een zware tijd. Allereerst voor alle direct betrokkenen in deze afschuwelijke zaak – het ongewenste gedrag van een hoogleraar en zijn verwijdering van de universiteit. De zaak waarmee we op 18 oktober naar buiten kwamen en waarover ook veel media berichten. Het is pijnlijk en zwaar voor klagers en getuigen, zij zijn slachtoffers en hen is veel leed berokkend. En het is ook enorm schrikken voor medewerkers en studenten, van het betrokken instituut en van de héle universiteit. Dit gebeurt bij ons, en gaat dus iedereen aan.
We kwamen op 18 oktober actief met deze zaak naar buiten: hier willen we echt open over zijn, we willen ook lessen leren en met jullie delen. Het naar buiten gaan met dit nieuws is dan ook een bewuste keuze van het college van bestuur. Dit kan en mag echt niet op de werkvloer. We willen in de toekomst dit soort ongewenst gedrag liefst voorkomen of tenminste veel eerder signaleren, zodat er snel kan worden ingegrepen.
Deze zaak levert bij ons allemaal, medewerkers en studenten, veel onrust op. Dat begrijp ik heel goed. Ook ik ben zeer geraakt. Er komen uit onze academische gemeenschap veel vragen. Wie is het? Waarom is hij niet ontslagen? Wat heeft hij precies gedaan? Waarom is dit ongewenste gedrag niet eerder opgemerkt en bestraft? Had het kunnen worden voorkomen? En ook: hoe dien ik mijzelf eigenlijk te gedragen? Waar ligt de grens: ben ik al fout als ik me een keer kortaf of bot gedraag tegen een collega?
Om die laatste vraag maar meteen te beantwoorden: nee, maar we gaan er wel van uit dat iedereen zichzelf kan hernemen en corrigeren. Het moet geen patroon van ongewenste gedragingen worden. En als een ander feedback geeft op je gedrag, neem dit dan ook ter harte. Laten we elkaar aanspreken, helpen en corrigeren, ook als we zelf geen slachtoffer zijn van ongewenste gedragingen maar er wel bij staan of van vernemen. Zodat we met elkaar het goede doen. En laten we dit vooral niet vergeten: in de meeste gevallen gaat het goed: we hebben fijne collega’s en onze universiteit is een mooie plek om te werken.
Dan de vraag: om wie gaat het? We kunnen en mogen identiteit van de betrokken hoogleraar niet onthullen, ook al gaan er namen rond via (sociale) media. We zijn als werkgever gebonden aan strikte privacyregels. We zijn ervan overtuigd, samen met de Klachtencommissie die hier zorgvuldig naar gekeken heeft, dat schending van die privacy nog veel meer schade voor betrokkenen kan opleveren.
Jullie stellen ook de begrijpelijke vraag: waarom is hij niet ontslagen? Daar zijn goede arbeidsrechtelijke redenen voor, alles is zorgvuldig afgewogen. Ik kan dit niet uitleggen zonder iets over de identiteit van betrokkene te onthullen. De genomen maatregelen voorkomen dat het ongewenst gedrag nog kan plaatsvinden in onze gebouwen, want alleen daarover gaan we (en niet over het gedrag buiten de universiteit).
Anderen vragen ons: kan je nog wel een goede wetenschapper/hoogleraar zijn met dit gedrag? De leidinggevende aspecten van de functie, in interactie met medewerkers, kan hij in elk geval bij ons niet meer uitvoeren, ook het begeleiden van promovendi is niet meer toegestaan. En het samenwerken met collega’s van onze universiteit mag ook niet meer. Na lang en zorgvuldig afwegen, en rekening houdend met het heldere advies van de Klachtencommissie en alle persoonlijke omstandigheden, heeft het college besloten de hoogleraarstitel niet af te nemen.
Wat heeft hij eigenlijk precies gedaan? We hebben het hier over ‘ongewenst en intimiderend’ gedrag, algemene omschrijvingen van gedrag dat we absoluut niet tolereren. Denk bijvoorbeeld aan machtsmisbruik, genderdisciminatie, medewerkers stelselmatig zwart maken en kleineren. En ook om grensoverschrijdend gedrag met een component van seksuele intimidatie: van opmerkingen tot zelfs een ongewenste lichamelijke bejegening van een van de medewerkers. Dat alles met de voortdurende dreiging dat carrières van klagers zouden worden beschadigd. En dat helaas gedurende enkele jaren.
Waarom is dit niet eerder opgemerkt en bestraft? Het is wel opgemerkt, maar er is helaas niet voldoende aan gedaan. Het gaat er niet om een zondebok aan te wijzen, maar we gaan om die reden wel hard met de sociale veiligheid en werkklimaat van het betrokken instituut aan de slag. Want dat dit zo lang heeft kunnen bestaan, betekent dat het werkklimaat niet veilig genoeg was. Had het kunnen worden voorkomen? Dat is een lastige vraag. Ik zou willen van wel, maar het is niet gelukt.
Wij als college van bestuur vinden het vreselijk dat dit bij ons gebeurt. Want we hebben inmiddels van alles ingericht voor de sociale veiligheid op de werkvloer: vertrouwenspersonen, ombudsfunctionaris, klachtregelingen, commissies, gesprekstrainingen en noem maar op. Maar het is dus niet genoeg gebleken. Het gaat er dus ook om dat we met elkaar nóg alerter zijn, en elkaar nog eerder aanspreken op gedrag dat niet door de beugel kan, gedrag dat kwetsend en beschadigend is voor de ander. Wij zijn vorig jaar met het programma Let’s Connect begonnen. Wij geloven erin dat het voeren van het goede gesprek al heel veel problemen kan voorkomen of oplossen: door op tijd met elkaar in gesprek te gaan, te luisteren naar elkaar en te helpen waar nodig. Dat zou al zoveel kunnen oplossen.
En we hebben het programma Erkennen en Waarderen – in Leiden heet dit: Academia in Motion – waarbij we ook sterk inzetten op ontwikkeling van andere competenties van medewerkers dan alleen het doen van onderzoek. Hiermee we investeren we in het eveneens heel belangrijke onderwijs, samenwerkingsrelaties, teamwerk en leiderschap. En we gaan daarmee volop door.
Als college van bestuur hebben we de plicht om voor een veilige werkomgeving te zorgen. Met meldpunten en trainingen alleen zijn we er nog niet. We willen volle kracht vooruit met geleerde lessen en verbeterpunten. Het gaat naast ‘loketten en beleid’ ook om bewustwording. Met elkaar praten over sociaal (gewenst en ongewenst) gedrag is heel erg belangrijk: laten we dit vooral blijven doen.
Ik sluit deze column af met te zeggen dat deze zaak en het verdriet van alle betrokken mij zeer heeft geraakt. Ik ben er stil van.
Heb jij twijfels, maak je je zorgen of heb je zelf last van ongewenst gedrag van een ander op de universiteit? Ga in gesprek met je leidinggevende of studiecoördinator, of zoek een vertrouwenspersoon op. We helpen je en zijn er voor je.