Met AI struinen door Chinese beleidsstukken: ‘Er is meer openbaar dan je misschien denkt’
Reisbeperkingen door corona en toegenomen politieke druk: de afgelopen jaren is het onderzoek naar China flink bemoeilijkt. Universitair docent en China-onderzoeker Rogier Creemers laat zich hier niet door uit het veld slaan. Hij ontvangt een NWO-beurs om met digitale technieken beleidsstukken door te lichten.
Online databases die niet meer toegankelijk zijn, bronnen die geblokkeerd zijn op basis van locatie, conferenties die niet meer te bezoeken zijn. Creemers somt de belemmeringen waarmee hij en andere Chinadeskundigen de afgelopen jaren te maken hebben gekregen soepel op. Toch laat de beleidsonderzoeker zich hier niet door ontmoedigen. ‘De vraag moet zijn: wat kunnen we nog wel?’
Bureaucratie in Mandarijn-Chinees
Het antwoord daarop denkt hij gevonden te hebben in de niet-aflatende stroom beleidsstukken die de communistische partij produceert. ‘We zeggen heel graag dat alles wat de communistische partij schrijft propaganda is. Dat geldt misschien voor documenten die voor externe consumptie worden gefabriceerd, maar om een partij met 95 miljoen leden te laten draaien heb je ook gewoon zichtbare informatie nodig. Al die whitepapers, rapporten en lokale regelgeving die daarvoor worden geschreven, kunnen ons helpen inzicht te krijgen in China’s beleid op specifieke beleidsvelden of op heel specifieke beleidsvraagstukken.’
Daarbij tekent zich wel één probleem af. ‘Het is ontzettend saai werk om al die documenten door te nemen. Bureaucratisch lezen is in geen enkele taal leuk, maar in het Mandarijn-Chinees is het helemaal verschrikkelijk.’ Om die uitdaging te vergemakkelijken én meer teksten tot zich te nemen dan menselijkerwijs mogelijk zou zijn, gaat Creemers aan de slag met AI. Een NWO-beurs stelt hem in de gelegenheid om met een team verschillende beleidsterreinen door te lichten.
Dienst aan het veld
‘We zien dit vooral als een dienst aan het veld’, zegt Creemers daarover. ‘Uiteindelijk zou het mooi zijn om te zien hoe landelijk technologiebeleid wordt geïmplementeerd op lokaal niveau, maar het doel van dit project is in de eerste plaats om een methode te ontwikkelen die andere onderzoekers ook kunnen gebruiken en zo een beetje de leiding te nemen in het veld. Dat vind ik ook het mooie aan deze beurs. Andere NWO-beurzen zijn vaak gericht op het individu en promotie, maar de Open Competitie zet juist in op verbreding en middelen. Ik kan nu jonge enthousiaste collega’s in staat stellen om vanuit hun eigen interessegebied naar China te kijken en hun stempel op het onderzoek te drukken, terwijl we tegelijkertijd een raamwerk creëren dat dit allemaal samenbindt.’
Uiteindelijk zou dat raamwerk ook de Nederlandse overheid verder moeten kunnen helpen. ‘Daar wordt nu vaak naar één wet of beleidsstuk gekeken, maar het is vanuit Nederland voor ambtenaren vaak lastig te zien hoe dat in het grote plaatje van China past. Met deze aanpak wordt dat grote geheel veel eenvoudiger te zien.’