De dag van Jasper – Een dag met zes fietstochten en een safari
Op maandag 27 oktober gaat Jasper op safari in het Van Steenisgebouw. En is de vraag: blijft hij vaker droog dan hij natregent op de fiets tussen afspraken door? Die uitslag en de rest van Jaspers dag lees je in deze column.
Jasper Knoester is de decaan van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen. Hoe gaat het met hem, wat doet hij precies en hoe ziet zijn dag eruit? In elke nieuwsbrief geeft Jasper een inkijkje in zijn leven.
‘Ik ben vroeg wakker, niet door de wisseling naar de wintertijd, maar door de stormachtige wind en plensbuien die de houten achtergevel teisteren en doen kraken. Ik ben alleen thuis vanochtend, dus ik hoef geen lunches te maken. Na een rustig ontbijt maak ik me klaar, terwijl ik ondertussen de buienradar in de gaten houd. Vandaag pak ik zes keer de fiets en ik ben benieuwd hoe vaak ik dat droog ga houden. Gisteren ben ik steeds wonderbaarlijk tussen hoosbuien doorgefietst.
Het geluk lacht me wederom toe, ook vanochtend kom ik droog aan op het station. In de trein verdiep ik me in een vergaderstuk, waarna ik in Leiden toch door zware regen naar het Van Steenisgebouw moet fietsen. De week begint met een leuke activiteit: als faculteitsbestuur bezoeken we vandaag het CML. We maken dit semester een ronde langs alle instituten, niet om bestuurlijk te overleggen, maar om breder kennis te maken met staf en activiteiten. Dit zijn inspirerende bezoeken. Eigenlijk moeten we dit jaarlijks doen, maar volle agenda’s bemoeilijken dat.
Op safari door het gebouw
We praten eerst met het managementteam van het instituut over de komende onderzoekvisitatie. Daarna gaan we op safari, zoals het instituut het heeft genoemd, een rondgang door het gebouw langs een aantal stafleden en promovendi die ons vertellen over hun onderzoek. Zonder uitzondering vol passie en plezier. De safari maakt opnieuw duidelijk hoe breed en multidisciplinair het CML is, en hoe hard het instituut recent is gegroeid. En ook hoe maatschappelijk relevant het wetenschappelijk werk is dat hier wordt gedaan. We horen over uiteenlopende onderwerpen, van materiaalvolumes in bebouwing tot onderzoek van bodemkwaliteit, en van footprint van batterijproductie tot eDNA (environmental DNA – een techniek om hoeveelheden organismen in bijvoorbeeld sloten en meren te meten). Om elf uur moeten we helaas stoppen. Het was een zeer geslaagd bezoek!
De tocht naar het Gorlaeus Gebouw is niet lang. En toch kom ik aan met opnieuw natte jeans en dus staat het nu 1-2 (droog-nat) voor vandaag. Ik heb overleggen met Erik Danen (FWN-Dean Graduate School) en Victor van der Horst. Victor start vandaag als programmamanager voor onze bijdrage aan het programma Beethoven, gericht op opleiden van talent voor de nationale halfgeleiderindustrie. Daarna volgt een vergadering met het projectteam kennisveiligheid, waarin we kijken wat we nog kunnen afronden dit kalenderjaar en wat blijft liggen voor een nieuw programma.
Waardering van personeelsgeleding FR
Het laatste overleg in het Gorlaeus is met de personeelsgeleding van de faculteitsraad. Een belangrijk vooroverleg voor de formele vergadering van volgende week, waarin we als bestuur advies vragen over het voorgenomen nieuwe loopbaanbeleid voor wetenschappelijk personeel (Academia in Motion). We hebben een goede discussie, met een aantal suggesties voor verbetering of verheldering, maar vooral ook waardering van de raad voor het beleid dat voorligt. Heel nuttig en fijn. Morgen licht ik het voorgenomen beleid toe aan de rector en andere decanen in een collegiale toetsing. De waardering van de raad geeft me een mooie steun in de rug.
De vierde fietstocht, naar het Rapenburg, verloopt droog. Ik doe een online overleg met het bestuur van het LDE Center for Sustainability. We bespreken jaarplannen en begrotingen en kunnen daarover gelukkig positief besluiten.
Om vier uur spoed ik me naar de oratie van Meindert Lamers, hoogleraar binnen het LUMC en in onze faculteit al jaren (co-)directeur van het nationale centrum voor cryo-elektronenmicroscopie (NeCEN). Hij houdt een prachtige oratie, vol energie en toegankelijk voor een breed publiek, met een aantal mooie boodschappen, zoals het plezier in de maandagochtend, omdat hij dan weer naar zijn prachtige apparatuur mag waar nieuwe eiwitstructuren worden vastgesteld voor onderzoekers van over de hele wereld. Herkenbaar gevoel voor veel onderzoekers, denk ik.
Geluk zit in kleine dingen
Na de receptie spoed ik me naar huis. De twee fietstochten vallen wonderbaarlijk genoeg weer tussen buien, waardoor de eindstand vandaag een mooie 4-2 wordt. Geluk zit in kleine dingen! Ik eet snel wat en ga me voorbereiden op morgen. Want dinsdag is altijd een zware dag zonder veel rust, met dit keer overleggen van 9.00 tot 19.30 uur. De collegiale toetsing van ons loopbaanbeleid is het sleutelpunt en ik besteed veel tijd aan de voorbereiding daarvan.
Als alle vergaderingen zijn doorgenomen, schrijf ik deze column en relax ik nog even voor de tv. Verkiezingsweek, dus het is duidelijk waar ik naar kijk. Ik vraag me af waar we over een jaar zullen staan als universiteiten. Wordt het spreekwoordelijk onstuimig en nat, passend bij het weer van vandaag, of gaan we zonniger tijden tegemoet? Vanzelf zal het zeker niet gaan, maar woensdag is wel een veel bepalende dag. Buiten is het in ieder geval veel rustiger geworden, de gevel kraakt niet meer en ik reken op een goede nachtrust.’