Onderwijssubsidie aanvragen
Voor sommige samenwerkingen met buitenlandse universiteiten kun je onderwijssubsidie aanvragen. Denk aan studentenuitwisseling, stafmobiliteit, het opzetten van een eigen onderwijsproject of een internationaal masterprogramma. Waar vraag jij subsidie aan?
Advies bij onderwijssubsidie aanvragen
Wil je advies over hoe je subsidie aanvraagt? De afdeling International Relations van het expertisecentrum Studenten- en Onderwijszaken (SOZ) helpt je bij:
- Subsidiemogelijkheden bekijken
- Subsidievoorstel schrijven
- Voorstel indienen en administratie verwerken
- Nieuw Europees project ontwikkelen, starten en evalueren
Subsidie Erasmus+
Erasmus+ is een initiatief van de Europese Commissie. Je kunt via Erasmus+ een subsidie krijgen voor jouw onderwijsprojecten met partners binnen en buiten Europa. Daarnaast ondersteunt Erasmus+ internationale mobiliteit (uitwisseling) van studenten en docenten.
Mobiliteit (uitwisseling) buiten Europa
De uitwisseling van docenten en studenten met universiteiten buiten Europa noemt Erasmus+ ‘mobiliteit met partnerlanden’. Het bekendste programma voor mobiliteit met partnerlanden is International Credit Mobility (ICM).
Het International Credit Mobility (ICM)-programma heeft beurzen beschikbaar voor inkomende (naar Leiden) en uitgaande (naar het buitenland) docenten en studenten. Wil je een project buiten Europa beginnen waar je subsidie voor nodig hebt? Neem contact op met de subsidieadviseur van International Relations. Je kunt hier ook terecht voor jouw vragen over ICM.
Andere onderwijssubsidies van Erasmus+
Erasmus Mundus Joint Master Degrees is een subsidie voor joint of double degree masterprogramma’s. Het masterprogramma is ontwikkeld door een consortium van Europese universiteiten. De financiering is voor beurzen van excellente studenten, voor trainingen door docenten en voor de organisatie van het masterprogramma.
Erasmus Mundus Design Measures (EMDM) stimuleert het ontwerp, ofwel de ontwikkeling van nieuwe en innovatieve transnationale masterprogramma's.
De subsidie Samenwerkingspartnerschappen is bedoeld voor innovatie binnen de onderwijssector. De innovatie kan ook tussen verschillende sectoren (universiteiten, overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven) zijn.
Capacity Building is een financiering voor samenwerkingsprojecten tussen hogeronderwijsinstellingen binnen Europa en instellingen in partnerlanden buiten de EU. Jouw project heeft als doel om het hoger onderwijs in het partnerland te verbeteren.
Allianties ter Bevordering van Innovatie is een subsidie die je kunt krijgen als je een samenwerking wilt opzetten tussen Europese instellingen voor hoger onderwijs en het bedrijfsleven. Jouw doel is om het onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. De nadruk ligt daarom op creativiteit, innovatie en ondernemerschap.
Jean Monnet richt zich op activiteiten die de integratie tussen Europese landen stimuleert. Zo helpen de docenten en onderzoekers uit de verschillende landen elkaar in het vernieuwen van onderwijs en onderzoek.
Voorbeelden zijn het opzetten van een expertisecentrum of het samenvoegen van meerdere thema's (geschiedenis, economie, recht en politiek) in één universitaire cursus.
Deze nieuwe actie heeft tot doel netwerken van lerarenopleidingen te creëren om het beleid en de praktijken in Europa te verbeteren. Bij een Erasmus+ Teacher Academy zijn ten minste drie partners uit drie verschillende landen betrokken.
Virtuele uitwisselingsprojecten bestaan uit online activiteiten van mens tot mens die de interculturele dialoog en de ontwikkeling van soft skills bevorderen. Zij maken het voor elke jongere mogelijk om toegang te krijgen tot internationaal en intercultureel onderwijs van hoge kwaliteit (zowel formeel als niet-formeel) zonder fysieke mobiliteit. Hoewel virtueel debatteren of virtuele opleidingen de voordelen van fysieke mobiliteit niet volledig vervangen, zouden deelnemers aan virtuele uitwisselingen een deel van de voordelen van internationale onderwijservaringen moeten plukken. De voorstellen moeten worden ingediend door een consortium van ten minste vier organisaties.
Individuele beurzen
Mobiliteit (uitwisseling) binnen Europa met Erasmus+
Erasmus+ noemt de uitwisseling van medewerkers en studenten in Europa ‘mobiliteit tussen programmalanden’. Dat zijn landen binnen de Europese Unie, plus Noord-Macedonië, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Servië en Turkije.
- Zoek je als medewerker van de Universiteit Leiden financiering voor het volgen van een training of onderwijsopdrachten binnen Europa? Je vindt meer informatie over financieringsaanvragen in het beursoverzicht.
- Studenten die een tijdje in het buitenland willen studeren of stage lopen, nemen voor meer informatie contact op met de buitenlandcoördinator van hun faculteit.
Lees op de website van Erasmus+ meer algemene informatie over mobiliteit tussen programmalanden.
Virtuele Internationale Samenwerking
In een Virtueel Internationaal Samenwerkingsproject (VIS) werken Nederlandse en buitenlandse studenten op afstand samen aan een project waarin lokale vraagstukken verbonden worden aan een internationaal perspectief. Docenten en onderwijskundigen die zo'n project willen ontwikkelen voor Leidse studenten en studenten van een buitenlandse universiteit kunnen op twee momenten in het jaar subsidie aanvragen. Bij toekenning ontvangt de universiteit €15.000 van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om de aanvrager vrij te roosteren voor het ontwikkelen van het project. De subsidieaanvraag wordt centraal ingediend door het International Relations Office.
Andere mogelijkheden
Buiten het Erasmus+-programma zijn er nog meer mogelijkheden om financiering aan te vragen.
- Het Orange Knowledge-programma van het Nuffic heeft fondsen voor kennis- en capaciteitsontwikkeling van personen en instellingen uit 52 landen. Details en de contactgegevens van de subsidieadviseurs vind je op de website van Nuffic.
- Studenten kunnen op verschillende andere manieren een beurs aanvragen voor een verblijf in het buitenland (bijvoorbeeld de beurs LUSTRA+). Je kunt jouw studenten doorverwijzen naar de buitenlandcoördinator van de faculteit. Of naar de studentenwebsite.