Ouderlijke rol zelfregulatie in Westerse en niet-Westerse context
Voor haar promotieonderzoek onderzocht pedagoog Wei Li longitudinaal de rol van ouders bij de ontwikkeling van zelfregulatie van kinderen in Nederland en China tijdens de eerste twee levensjaren. Ook richtte Li zich specifiek op de rol van grootouders in China. Dit proefschrift rapporteert de resultaten van de eerste longitudinale studie naar de rol van moeders én vaders in de vroege ontwikkeling van zelfregulatie in zowel een Westerse als niet-Westerse context. Promotie 22 april 2021.
Zelfregulerend vermogen
Zelfregulatie is het vermogen om grip te krijgen op je gedachten, emoties en gedrag. Het is een vaardigheid die verschillende aspecten van het leven beïnvloedt. Ouderlijk gedrag is vooral belangrijk voor de vroege ontwikkeling van het zelfregulerende vermogen. De ontwikkeling van de vroege kinderjaren legt de basis voor het toekomstige leven. Problemen met zelfregulatie kunnen daarom leiden tot aanzienlijke persoonlijke en sociale problemen, zoals verslaving aan drugs, alcohol of sigaretten, gezondheidsproblemen, geweld en criminaliteit.
Invloed van ouders
Het meeste onderzoek over opvoeding en jonge kinderen richt zich alleen op moeders. Bovendien hebben betrekkelijk weinig studies niet-westerse gezinnen onderzocht. Daarom was het doel van dit onderzoek om meer kennis te vergaren over de invloed van de moeder én de vader op vroege zelfregulatie in Nederland en China. Deze invloed kan namelijk verschillend zijn.
Westerse ouders worden stereotyperend gezien als autoritatief - d.w.z. emotioneel ondersteunend, en autonomie bevorderend met weinig machtsvertoon - terwijl Chinees ouderschap wordt gekarakteriseerd als autoritair en controlerend. Deze duidelijke contrasten tussen Westerse en Chinese ouders maakt China een bijzonder interessante context om te bestuderen of deze verschillen ook te maken hebben met verschillen tussen jonge kinderen in de twee landen.
Nieuwe inzichten
“Omdat de ontwikkeling van de vroege kinderjaren de basis legt voor het toekomstige leven, hoop ik dat dit proefschrift andere onderzoekers inspireert om meer onderzoek te doen naar de bijdrage van de grootouders aan de ontwikkeling van jonge kinderen in China en andere niet-westerse landen. Meer niet-westers onderzoek kan nieuwe inzichten verschaffen in het door het Westen gedomineerde onderzoeksveld. En hoe meer we weten over gezinnen in niet-westerse contexten, hoe beter die gezinnen op cultureel passende manieren kunnen worden ondersteund.”, aldus Li.