Universiteit Leiden

nl en
Medewerkerswebsite Institute for Area Studies
Je ziet nu alleen algemene informatie. Selecteer je organisatie om ook informatie te zien over jouw faculteit.

Staatssecretaris en alumnus Sandra Palmen: ‘Mijn grootste ambitie is om het herstel van de toeslagenaffaire vlot te trekken’

Sandra Palmen studeerde fiscaal recht aan de Universiteit Leiden en maakte carrière bij de Rijksoverheid. Als een van de eerste signaleerde zij de toeslagenaffaire. Inmiddels werkt zij als Staatssecretaris aan de hersteloperatie en de toekomst van toeslagen.

Staatssecretaris en alumnus Sandra Palmen, foto: Rijksoverheid
Staatssecretaris en alumnus Sandra Palmen, foto: Rijksoverheid

Hoe kijk je terug op de studententijd in Leiden?

Mijn studententijd begon eigenlijk niet in Leiden, omdat ik ervoor al een hbo-opleiding fiscale economie in Arnhem had afgerond. Toen ik aan mijn master fiscaal recht in Leiden begon, was ik geen typische student, want ik werkte naast mijn studie al fulltime bij de Belastingdienst. Dat betekende wel dat alles wat ik op de universiteit leerde, direct in de praktijk kon toepassen. Dat was een hele mooie combinatie die ervoor zorgde dat de materie veel meer tot leven kwam.

Waarom koos je voor een carrière bij de Rijksoverheid?

Al vanaf jongs af aan vond ik het heel belangrijk om een bijdrage te kunnen leveren aan de maatschappij. De relatie tussen overheid en burger, en thema’s als rechtsbescherming en rechtsstaat, hebben mij altijd enorm aangesproken. Bovendien heb ik een sterk rechtvaardigheidsgevoel, wat mij gedreven heeft om bij de Belastingdienst te gaan werken.

Toen je bij de Belastingdienst werkte was je een van de eerste die het onrecht in de toeslagenaffaire signaleerde. Hoe kijk je nu terug op die periode?

Nu ik achteraf terugdenk aan die tijd, dan is het heel bizar hoe dat allemaal is gegaan. Ik werkte toen al heel wat jaren bij de Belastingdienst en was gespecialiseerd in formeel recht. In die tijd was ik bezig met de vaktechnische structuur en werd ik gevraagd om bij Toeslagen mee te helpen om een nieuwe vaktechnische structuur op te zetten. Ik zat er nog maar nauwelijks toen een van de directeuren langskwam met een dossier waar die niet zo goed raad mee wist.

Ik zag gelijk dat het foute boel was. Het dossier ging over de situatie dat toeslagen van mensen gedurende een lopend toeslagjaar gestopt werden. Die toeslagen, zeker de kinderopvangtoeslag, zijn hoog. Mensen die per maand bijvoorbeeld tweeduizend euro ontvingen, kregen dat opeens niet meer. Die mensen hadden dat natuurlijk nodig om rond te kunnen komen, dus vanaf dat eerste moment van stopzetting kwamen mensen in nood. Ik vond het bizar dat dat kon, en ook omdat het niet uitgelegd werd.

In 2023 maakte je de overstap naar de politiek. Eerst als kamerlid, nu als Staatssecretaris van Financiën. Wat was je motivatie hiervoor?

Ik heb nooit politieke ambitie gehad. Het memo dat ik publiceerde naar aanleiding van het onrecht bij de toeslagen, schreef ik puur vanuit een rechtvaardigheidsgevoel. Jaren later merkte ik pas dat je als adviseur of ambtenaar wel adviezen kan schrijven, maar als er niks mee gedaan wordt, er niks verandert. Tot acht keer toe kwam het memo niet boven water, terwijl dat wel had gemoeten. Hierdoor kon het onrecht heel lang voortduren.

Bij de Belastingdienst was ik voornamelijk bezig met de uitvoerende macht en als Raadsheer Plaatsvervanger bij de Centrale Raad van Beroep ook al met de rechtssprekende macht. De wetgevende macht had ik nog niet meegemaakt. In de politiek sta je aan de lat om als wetgever en beleidsmaker aan de slag te gaan. Dat trok mij in die periode heel erg aan. Bovendien heeft Pieter Omtzigt, die destijds startte met Nieuw Sociaal Contract, er zeker voor gezorgd dat ik me kandidaat stelde voor zijn lijst. Pieter is, net als ik, enorm gedreven door rechtvaardigheid – dat verbindt ons.

Wat hoop je in je rol als Staatssecretaris van Financiën te bereiken de komende jaren?

Mijn grootste ambitie is om het herstel van de toeslagenaffaire vlot te trekken en recht te doen aan de gedupeerden. De grootste uitdaging daarbij is om de balans te bewaren tussen rechtsbescherming en onevenredige overheidsbemoeienis. Dat betekent dat je wel een realistisch mensbeeld moet hebben. Het beeld dat iedereen fraudeert is niet realistisch, maar het beeld dat niemand fraudeert ook niet. Dat we het recht op toeslag in de toekomst ook proactief, gaan toekennen met het principe ‘hebben is houden’, is voor mij een stip aan de horizon waar ik graag aan werk.

Wat is je mooiste herinnering uit je studententijd?

Ik heb het altijd een enorme eer gevonden om uiteindelijk mijn handtekening te mogen zetten in het zweetkamertje. Mijn jongste zoon zit nu in de vijfde, dus die begint zich al een beetje te oriënteren waar hij wil gaan studeren. Op dit moment neigt hij naar Leiden en ik moet eerlijk zeggen dat ik dat stiekem wel heel erg leuk vind.

Heb je nog een advies voor huidige studenten?

Blijf altijd goed nadenken over wat je doet: wat betekent het voor mensen en wat zijn de gevolgen op de lange termijn? Je ziet dat wet- en regelgeving vaak met de beste bedoelingen wordt ontworpen, maar dat de uitvoering in de praktijk soms ver afstaat van de oorspronkelijke bedoeling. Daarom is het zo belangrijk om steeds kritisch te blijven en oog te houden voor het daadwerkelijke effect, vooral op mensen. Eerst de mens, dan de regels, dan de organisatie.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.