Universiteit Leiden

nl en
Medewerkerswebsite Centre for Linguistics

Doelen van onderwijs in kaart brengen

Hoe werken docenten aan de ontwikkeling van hun leerlingen? Kevin Zweeris, promovendus bij het ICLON, ontwierp instrumenten om doelen van docenten in kaart te brengen.

Wat wilde je onderzoeken?

‘Toen ik aan mijn promotietraject begon, waren er veel discussies over ‘het waartoe’ van onderwijs. Er was veel kritiek op de smalle opvatting van ontwikkeling van leerlingen in ons onderwijssysteem en het toezicht daarop. In 2018 kregen scholen in het voortgezet onderwijs de opdracht om curricula te ontwikkelen die bijdragen aan de brede vorming van leerlingen. Het doel was om instrumenten te ontwikkelen die scholen en docenten konden helpen bij het vormgeven van curricula.

Ik had interesse in wat docenten in hun alledaagse lesgeven willen bereiken in relatie tot de ontwikkeling van hun leerlingen. Bovendien wilde ik  een overzicht krijgen van alle theoretische uitwerkingen over de ontwikkeling van leerlingen. Zo kon ik de doelen die onderliggend zijn aan de alledaagse onderwijspraktijk in relatie tot de theorie begrijpen en hoopte ik een brug te slaan tussen theorie en praktijk van brede vorming. Ik wilde instrumenten ontwikkelen waarmee docenten inzicht krijgen in de doelen die onderliggend zijn aan hun lesgeven. Maar ik wilde ook een instrument ontwikkelen dat docenten ondersteunt in het verkennen van de vele mogelijkheden met betrekking tot de brede vorming van hun leerlingen.’

Wat vond je het interessantste aan je ondezoek?

‘Ik heb met veel docenten gesproken. Daarbij gebruikte ik de zogenaamde "laddermethode" om doelsystemen te maken van alledaagse lesactiviteiten. In het begin waren docenten vaak wat terughoudend bij deze methode. En bij het geven van een antwoord op een steeds herhaalde vraag zoals: “Waarom vind je het belangrijk om aan het begin van de les contact te maken met je leerlingen?”. Eerst is het wat ongemakkelijk omdat het antwoord zo voor de hand liggend lijkt. Maar hoe verder we kwamen tijdens het interview, hoe meer docenten doorkregen dat ze onder woorden brachten waarom ze lesgeven. Dat resulteerde in prachtige gesprekken over het waartoe van hun onderwijs.

Dit project begon ten dele vanuit maatschappelijke discussies over smalle opvattingen van de ontwikkeling van leerlingen. Ik geloof dat  mijn onderzoek laat zien dat er onder de alledaagse onderwijspraktijk een enorme diversiteit aan doelen wordt nagestreefd. Veel meer dan waar het onderwijs en docenten op dit moment de erkenning voor krijgen.’

Waar liep je tegenaan bij je onderzoek?

‘Het moeilijkste deel van mijn onderzoek was misschien niet het onderzoek zelf, maar externe factoren die het project beïnvloedden. Ik heb het gevoel dat de coronapandemie een grote stempel heeft gedrukt op het verloop van mijn project. Eerst was het de bedoeling dat ik scholen en teams ook meenam in mijn onderzoek. Maar net toen ik klaar was om scholen en teams van docenten te werven voor mijn onderzoek, gingen de scholen dicht voor de lockdowns. Een promotietraject kan een heel solistisch project zijn en dat gevoel werd voor mij tijdens de pandemie wel versterkt. Gelukkig had ik twee geweldige begeleiders die mijn uitdagingen altijd erkenden, mij een hart onder de riem staken en me wisten te motiveren om door te gaan.

Op inhoudelijk vlak was het moeilijkste onderdeel van mijn promotietraject om een overzicht te creëren van de vele theoretische uitwerkingen over het waartoe van onderwijs in relatie tot de ontwikkeling van leerlingen. Er zijn zo veel theorieën beschikbaar die op een aantal vlakken met elkaar overlappen, maar ook veel van elkaar verschillen. Theorieën over concepten als burgerschapsvorming, identiteitsontwikkeling, de doeldomeinen kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming, en morele vorming. Bij elk van die theorieën zijn weer verschillende overwegingen en invalshoeken mogelijk. Het voelde vaak alsof ik verdwaald was in de theorie. “Als ik dit al zo ingewikkeld vind met de grote hoeveelheid tijd die ik ervoor krijg, hoe kunnen we dan van docenten – wiens tijd altijd schaars is – verwachten dat ze de verschillende mogelijkheden van de ontwikkeling van hun leerlingen verkennen?” vroeg ik me af.’

Wat is de praktische toepassing van de resultaten van je onderzoek?

Ik ben naast promotieonderzoeker ook docent pedagogiek en supervisor bij de lerarenopleiding van het ICLON. Ik gebruik de instrumenten die zijn ontwikkeld voor mijn studies met de leraren in opleiding. Ik word altijd erg enthousiast van de diepgang in de discussies van de studenten, die vaak pas recent hun eerste stappen als docent hebben gezet. De doelsystemen helpen hen met het verkennen van de doelen die onderliggend zijn aan de onderwijspraktijk. Het kader van curriculumoriëntaties en doeldomeinen dat ik heb ontwikkeld, helpt hen met het verkennen van alternatieve doelen van onderwijs. Ik hoop dat ik in de toekomst de instrumenten ook kan inzetten om met teams van docenten en schoolleiders curricula en onderwijsactiviteiten te ontwikkelen.

Het vijfde hoofdstuk van mijn proefschrift is recent gepubliceerd in Pedagogische Studiën. Ik hoop dat ik met dit artikel en mijn instrumenten een bijdrage lever aan een breder begrip van het waartoe van onderwijs in relatie tot de ontwikkeling van leerlingen.’

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.