Universiteit Leiden

nl en

Onze man in Jakarta houdt instituut draaiende vanuit Venlo

Door de coronapandemie moesten veel medewerkers van Leidse instituten in het buitenland halsoverkop hun standplaats verlaten. Hoe gaat het nu met het team van KITLV-Jakarta? Directeur Marrik Bellen vertelt over de turbulente tijd voor dit Leidse instituut en zijn staf. En kunnen we iets leren van de Indonesische aanpak?

Directeur Marrik Bellen van KITLV-Jakarta

Hoe begon voor jou de coronacrisis in Indonesië?

‘Net als overal ter wereld groeide in maart vorig jaar de paniek over de impact van covid. Ook in Indonesië kwam er een strenge lockdown en mochten we in Jakarta, de miljoenenstad waar ik woon en waar ons kantoor is, nauwelijks nog de straat op. Het Internationaal lncidenten Team van de universiteit besloot om medewerkers en studenten in het buitenland zo snel mogelijk terug te halen.

'Halsoverkop verliet ik Jakarta, samen met mijn Indonesische vrouw. Ons hele hebben en houwen staat daar nog. We missen onze familie en de sociale contacten daar enorm. Afgelopen september ben ik een weekje teruggegaan om mijn verblijfsvergunning te verlengen, maar we leven dus eigenlijk al een jaar uit onze koffers. Mijn eigen huis in Nederland was verhuurd en na een paar vakantiehuisjes hebben we nu een gemeubileerd appartement in Venlo, vlakbij mijn familie. Vanuit daar stuur ik ons kantoor in Jakarta aan.’

Indonesië is met ruim 280 miljoen inwoners het vierde grootste land ter wereld, heeft de grootste moslimbevolking en er worden ruim 700 talen gesproken. De universiteit heeft lange samenwerkingsverbanden met Indonesië. KITLV-Jakarta stimuleert de contacten met Indonesische partners en geeft voorlichting aan Indonesiërs over studeren en promoveren in Leiden.

Lukt het om het instituut draaiende te houden?

‘We kunnen het redelijk bolwerken. In het begin was onze werkwijze nog helemaal niet ingericht op thuiswerken. Een grote taak van ons instituut is het aankopen van boeken voor de universitaire bibliotheken in Leiden. Vóór corona kwamen iedere vrijdag zo’n twintig verkopers langs ons kantoor met hun tassen vol boeken. In de eerste lockdown stond dat helemaal stil. We hebben snel goed internet en een laptop geregeld voor thuis en overleggen via Zoom. De boeken werden naar de huizen van mijn collega's opgestuurd zodat het categoriseren van boeken mogelijk bleef. Bezoeken aan universiteiten en ministeries zijn nog geen optie. We doen nu mee aan virtuele onderwijsbeurzen en houden digitale spreekuren. Met onze universitaire partners hebben we regelmatig Zoom-contact. Ook organiseren we lezingen en webinars, bijvoorbeeld over de toegang tot de Indonesische collecties in Leiden.’

Het instituut staat op het terrein van de Nederlandse ambassade.

Wat is nu niet of nauwelijks mogelijk?

‘Het is moeilijker om nieuwe samenwerkingen op te zetten omdat het lastig is online de juiste contactpersonen te vinden. Ook leent digitale communicatie zich minder goed voor brainstormen. Ons kantoor staat op het terrein van de Nederlandse ambassade, samen met Nuffic Neso en het Erasmus Training Centre waarmee we samenwerken. Voor corona waren de lijntjes kort en liepen geïnteresseerden gemakkelijk even ons kantoor binnen maar nu kan dat niet. Vanwege de coronamaatregelen is het terrein afgesloten voor publiek en mag ons kantoor nu maar voor twintig procent bezet zijn.’

Bij de poort van het ambassadeterrein wordt de temperatuur opgemeten.

Hoe gaat het met de Indonesische medewerkers van het kantoor die in Jakarta wonen?

‘De zestien medewerkers maken het naar omstandigheden goed. Jakarta heeft verschillende fases van lockdowns gehad. Nu zijn er versoepelingen maar nog wel restricties. Medewerkers mogen op vrijwillige basis één tot twee keer per week naar kantoor met maximaal één persoon per kamer, en de mondkapjes blijven op. Bij de poort van het ambassadeterrein wordt de temperatuur opgemeten. Maar dat hebben ze er allemaal wel voor over. De meesten willen graag even weg van huis. Het is vergelijkbaar met Nederland: ouders met kinderen moeten thuisonderwijs geven en in Jakarta leven ze met hun families in veelal kleine huizen. Voor overheids- en onderwijsinstanties zijn er nog redelijk strenge restricties maar die gelden nog maar nauwelijks voor private ondernemingen. Het gevolg is dat iedereen weer urenlang in de files van Jakarta staat.’

Vergaderen en bijpraten via Zoom.

KITLV-Jakarta is ook het contactpunt voor Indonesische studenten die in Nederland willen studeren. Hoe ging dat begin dit collegejaar?

‘De fysieke uitwisselingsprogramma’s zijn tijdelijk vrijwel gestopt. Wereldwijd stellen studenten een internationaal studieverblijf uit en in Indonesië hebben veel beursverstrekkers in 2020 geen beurzen verschaft. Er zijn wel virtuele programma’s en een aantal Indonesische studenten volgt online de Leidse colleges. Maar dat is soms lastig vanwege het tijdsverschil van vijf uur.’ 

De staf van KITLV-Jakarta in pre-coronatijden.

Hoe erg is Indonesië getroffen door de coronacrisis?

‘Indonesië is serieus geraakt maar het zijn hier zeker geen Indiase of Braziliaanse toestanden. De overheid heeft snel geprobeerd om covid in te dammen en eind vorig jaar is al begonnen met vaccinatie, met het Chinese vaccin Sinovac. Daarnaast zijn er vaccins van het COVAX-programma en begint Indonesië met de productie van eigen vaccins. De ziekenhuizen liggen behoorlijk vol maar volgens de overheid is er voldoende capaciteit. Het goed registreren van covid is complex in een land met 280 miljoen inwoners, 13.000 eilanden en de gewoonte dat overledenen binnen een dag begraven of gecremeerd moeten worden. Volgens de officiële cijfers hebben nu zo'n 1,7 miljoen Indonesiërs covid opgelopen en zijn er ruim 46.000 mensen aan overleden. Die getallen liggen vermoedelijk een stuk hoger.’ 

Het registreren van covid en het vaccineren is complex in een land met 13.000 eilanden.

Kan Nederland ook iets leren van de Indonesische covid-aanpak?

‘Indonesië koos vanaf het begin voor een andere vaccinatiestrategie: naast de kwetsbare groepen worden ook al medewerkers van bedrijven en overheidsinstanties gevaccineerd. Collega’s bij onze partneruniversiteiten op Java zijn bijna allemaal al ingeënt. Zo hopen ze het hoger onderwijs sneller open te gooien. Bovendien gaat Indonesië zelf vaccins produceren terwijl Nederland afhankelijk is van de aanvoer. Maar ook Indonesië heeft nog een lange weg te gaan. Er zijn nu ruim 17 miljoen mensen gevaccineerd en die wonen grotendeels op Java. Nu nog de rest van de 280 miljoen inwoners.’

Biedt corona ook kansen voor academische samenwerking?

‘Absoluut, Leiden heeft al vele jaren diverse samenwerkingen met Indonesische universiteiten en het mooie is dat ze elkaar nu ook vinden in deze pandemie. De medische faculteit van Universitas Indonesia werkt samen met het LUMC. Zo onderzoekt onder andere Maria Yazdanbakhsh, hoofd Parasitologie LUMC, samen met Indonesische medici waarom sommige mensen in bepaalde regio’s resistenter zijn tegen het coronavirus. Die oude samenwerkingsverbanden bewijzen dus ook nu weer hun waarde.’

sultan van Yogyakarta Carel Stolker Marrik Bellen
Op bezoek (in juni 2019) bij de sultan van Yogyakarta, Hamengku Buwono X (links). Marrik Bellen (midden) vertaalt het gesprek voor toenmalig rector Carel Stolker.

Wanneer denk je weer terug te kunnen keren naar Jakarta?

‘Hopelijk kan dat rond de zomer. Nu kan dat nog niet vanwege de beperktere medische infrastructuur in vergelijking met Nederland. In augustus verloopt mijn verblijfsvergunning in Indonesië dus ik zal er weer naartoe moeten voor de verlenging. Enige normalisering is komend collegejaar wellicht mogelijk, maar restricties op het gebied van reizen en verplichte testen zullen voorlopig wel blijven. Door de voortschrijdende vaccinatie zie ik gelukkig wel steeds meer lichtpuntjes aan de horizon.’

Tekst: Linda van Putten

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.