Gioconda Belli: ‘In de dichtkunst wordt het woord naar zijn maximale uitdrukkingsvermogen gebracht’
Naar aanleiding van de Spinozalezing, stelt Nanne Timmer, Universitair Docent LUCAS, de schrijfster Gioconda Belli een aantal vragen over haar poëzie en haar plek in het Nicaragua van nu.
Naast dichter bent u ook romanschrijver. Waar komen de grenzen tussen poëzie en proza bij elkaar en waar lopen ze uiteen?
'Poëzie en proza hebben heel verschillende conventies. In de dichtkunst wordt het woord naar zijn maximale uitdrukkingsvermogen gebracht: het is de kunst om dat te zeggen wat niet gezegd kan worden, wat niet te verwoorden is, door middel van een spel van beelden en verzen die als pijlen kunnen doordringen tot het bewustzijn van de lezer. Proza probeert daarentegen een geloofwaardige wereld te creëren door middel van verhalen en personages, en een taal die de werkelijkheid benadert: poëtische beelden spelen een bijrol binnen de narratieve flow.'
Uw bekendste boek is La mujer habitada (De bewoonde vrouw, vertaling Dick Bloemraad) Is dit boek, los van de autobiografische noot, te lezen als een weergave van (en een aanklacht tegen) de onderdrukkende omstandigheden waarin vrouwen in Latijns-Amerika hebben moeten leven?
'Ja. Ik wilde schrijven over een dictatuur en de strijd om je daarvan te bevrijden, bezien vanuit wat het voor een vrouw betekende om geëngageerd te zijn, om een rol te pakken die normaal aan de man toebedeeld wordt. Het zichtbaar maken van de interne strijd van de hoofdpersoon om te ontstijgen aan die fictie die, vooral in die periode, aan ons vrouwen werd verteld over onze rol in de maatschappij: onderzoeken hoe om te gaan met angst, met klassenongelijkheid, met wapens en met de noodzaak om in een mannelijke omgeving opgenomen en geaccepteerd te worden, om de werkelijkheid te veranderen.'
U bent in de tijd van het sandinisme begonnen met schrijven, eind jaren 70. U was zelfs deel van de beweging. Hoe kijkt u na al die tijd aan tegen dat moment, en de recente “evolutie” van het sandinisme?
'Het sandinisme liep ten einde in 1990. Niet alleen viel de partij uit elkaar en veranderde het in een instrument om bevelen uit te voeren van één echtpaar, maar de hele ideologie is zijn altruïstische en utopische insteek verloren. Het sandinisme van nu is een bedenksel van Daniel Ortega en Rosario Murillo, een wrede schaamteloze fetisj, die hun autoritaire doelen dient, om koste wat kost de macht in handen te houden van hun en hun familie. Zij hebben het sandinisme veranderd in een nieuw Somozisme.'
Uw poëzie is veelvuldig vertaald. Zijn de thema’s, de intuïties, in de poëzie van Gioconda Belli, dezelfde als de intuïties en thema’s in uw proza?
'Het uitgangspunt van beide zijn mijn gedachten over de status van de vrouw binnen een wereld waarin de man nog altijd aan het roer staat, en de betrokkenheid die ik voel bij het tot stand brengen van rechtvaardigere maatschappijen. Maar in proza speelt de Geschiedenis, met hoofdletter, een belangrijkere rol, net zoals het heden. In het ene genre voert het subjectieve en emotionele de boventoon, in het andere wordt het personage geconfronteerd met objectieve werkelijkheden.'
Na zoveel boeken geschreven te hebben, na in de afgelopen 40 jaar zulke betekenisvolle gebeurtenissen voor Nicaragua en Latijns-Amerika te hebben meegemaakt, wat zou u antwoorden als we u zouden vragen om een definitie van uzelf?
'Zoals ik zei aan het einde van mijn memoires: 'ik ben dezelfde Quichot die in de dagelijkse strijd van het bestaan geleerd heeft dat overwinningen net zo bedrieglijk kunnen zijn als nederlagen.''
Nicaragua heeft zeer uitzonderlijke dichters voortgebracht zoals Rubén Darío, Salomón de la Selva y José Coronel Urtecho, onder andere. Wat is de literaire en/of poëtische traditie waar Gioconda Belli zich in thuis voelt?
'In de avantgardistische traditie van Coronel Urtecho, Pablo Antonio Cuadra, Ernesto Cardenal y Carlos Martínez Rivas, die zich tevens heeft laten inspireren door postmoderne en interculturele invloeden, maar vooral ook door een feministische benadering van de geschiedenis met oog voor gelijkwaardigheid.'