Rapport: toenemende dreigingen vragen om versteviging stelsel bewaken en beveiligen
Het aantal personen en objecten dat langdurig en intensief bewaakt en beveiligd wordt is de afgelopen jaren toegenomen en dat zal naar verwachting voorlopig zo blijven. Het stelsel bewaken en beveiligen is de afgelopen periode in rap tempo geconfronteerd met diverse ontwikkelingen in de dreiging en moet op een aantal fundamentele onderdelen verstevigd worden.
Dat is de conclusie van het rapport gemaakt door ISGA-onderzoekers Bart Schuurman, Jelle van Buuren en Edwin Bakker. Het rapport is onderdeel van een bredere beschouwing over de toekomstbestendigheid van het stelsel dat woensdag overhandigd is aan demissionair minister van Justitie en Veiligheid Ferd Grapperhaus en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid Pieter Jaap Aalbersberg.
Schuurman, Van Buuren en Bakker schreven hun deelrapport in opdracht van de onafhankelijke commissie die gevraagd is voorstellen te doen voor een toekomstbestendig stelsel bewaken en beveiligen. De Leidse onderzoekers keken specifiek naar mogelijke ontwikkelingen in de dreigingen waar het stelsel mee te maken zal krijgen. Schuurman en collega’s concluderen onder andere dat het bestel verstevigd dient te worden omdat er sprake is van toenemend geweld vanuit de georganiseerde criminaliteit, een lagere drempel voor het uiten van bedreigingen via het internet en aanhoudende dreigingen vanuit onder andere terroristen, complotdenkers en statelijke actoren.
Niet meer passend bij de tijdgeest
Hierdoor moeten grotere én andere groepen personen en functionarissen worden beveiligd dan voorheen. Het stelsel is twintig jaar geleden opgezet en was passend voor de tijdgeest van toen, maar is onvoldoende om aan de huidige en toekomstige uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. Schuurman: ‘De veranderlijkheid van zowel de omvang als de ernst van stelselrelevante dreigingen zal ook de komende jaren beeldbepalend zijn. Voor de toekomstbestendigheid van het stelsel lijkt de flexibiliteit om snel te kunnen inspelen op (een wellicht tijdelijke) toenemende vraag naar persoonsbeveiliging of objectbewaking een belangrijke voorwaarde. Dat geldt ook voor het blijven investeren in methoden en technieken waarmee zo goed mogelijk een onderscheid kan worden gemaakt tussen ernstige en minder- ernstige bedreigingen om op die manier de beschikbare capaciteit van het stelsel optimaal te benutten.’
Capaciteit versterken
Het overkoepelende advies dat de minister aan de kamer heeft overhandigd concludeert dat het stelsel verder versterkt moeten worden in capaciteit (zowel kwantitatief als kwalitatief). Het stelsel wordt geconfronteerd met een capaciteitsprobleem waar de huidige versterkingen maar ten dele in voorzien. Gepleit wordt daarom in ieder geval efficiënter en innovatief gebruik te maken van het bestaande potentieel. Verder moet de informatiepositie binnen het stelsel worden versterkt, zodat in een zo vroeg mogelijk stadium de aard van de dreiging zo scherp mogelijk in beeld kan worden gebracht, op basis waarvan de juiste beveiligingsmaatregelen kunnen worden getroffen (en weer afgeschaald).
Nazorg en ondersteuning beveiligd persoon van groot belang
Ten slotte stelt het adviescollege dat het van groot belang is om ook het perspectief van een beveiligde persoon te betrekken in de gedachtevorming over een toekomstbestendig stelsel. De effecten van een beveiligingsregime op iemands leven zijn vaak vergaand en daarom dient psychosociale (na)zorg en ondersteuning bij het vergroten van de weerbaarheid een standaard onderdeel te worden van het proces. Ook wordt geadviseerd om een vast contactpersoon te benoemen bij wie een beveiligde persoon met alle vragen terecht kan, zoals een ‘familierechercheur’ dat doet bij de politie.
Het rapport van het adviescollege ‘toekomstbestendig stelsel bewaken en beveiligen’ is hier te lezen. De deelstudie van de Leidse onderzoekers lees je aan de rechterkant van deze pagina.