
Bang voor de stofzuiger? ‘Onzekerheid over de wereld kan bij jonge kinderen voor angsten zorgen’
Twaalf jaar blijven mensen gemiddeld rondlopen met angstklachten voor ze professionele hulp zoeken. Zonde én onnodig, vindt ontwikkelingspsycholoog Leonie Vreeke. Daarom ontwikkelt ze preventieprogramma’s waarin ouders leren behulpzaam te reageren op het angstige gedrag van hun peuters en kleuters.

Bang zijn voor de spetters van de douche, of om in de kring op school over het weekend te vertellen. Door de leefwereld van peuters en kleuters spoken talloze, op het oog, irreële angsten Ouders vinden het soms lastig om met dit gedrag om te gaan, ziet Leonie Vreeke, die al jaren als ontwikkelingspsycholoog onderzoek doet naar angst bij jonge kinderen. Wat is er immers zo moeilijk aan ’s ochtends even ‘hallo’ zeggen tegen de juf?
Magisch denken
‘Zeker jonge kinderen kunnen de wereld nog niet altijd even goed overzien,’ legt Vreeke uit. ‘En die onzekerheid kan voor angsten zorgen. Dan willen ze bijvoorbeeld wel met een vriendje spelen, maar weten ze niet hoe dat precies gaat. Hoe stap je op zo’n kindje af? En waar ga je dan naartoe?’ Ook zijn kinderen nog gevoelig voor ‘magisch denken’: het onderscheid tussen wat echt en fantasie is, loopt door elkaar. ‘Dan zijn ze bijvoorbeeld bang om door het doucheputje te spoelen, of opgezogen te worden door de stofzuiger.’
‘Meebewegen met de angst werkt juist belemmerend voor de ontwikkeling’
Vermijding belemmert
Hoe reageer je dan als ouder als je kind bibberend voor het klaslokaal staat? Of weigert onder de douche te stappen? Verleidelijk is het om die spannende situatie te vermijden, bijvoorbeeld door dan maar altijd in bad te gaan. ‘Maar dan beweeg je mee, en geef je de angst de kans om verder te ontwikkelen en groter te worden. Al die aanpassingen werken juist belemmerend voor de ontwikkeling. Altijd een andere route naar school wandelen omdat je kind bang is voor honden, kan op den duur uitmonden in een hondenfobie.’
Stap voor stap
Wat wel werkt: spannende situaties stap voor stap aangaan. Het ouder programma Cool Little Kids is gebaseerd op dit principe; in zes avonden leren ouders omgaan met de angst van hun kind. Vreeke en collega’s onderzoeken de effectiviteit van Cool Little Kids door het te vergelijken met een controle conditie. Inmiddels wordt Cool Little Kids aangeboden door verschillende maatschappelijke partners, zoals Prezens, Arkin, Indigo, GGZ Ingeest en MOC Kabouterhuis.
GGD Amsterdam
Lang kregen angstklachten bij jonge kinderen weinig aandacht bij bijvoorbeeld het consultatiebureau. ‘Veel informatiebijeenkomsten die werden aangeboden gingen over druk gedrag, of bijvoorbeeld bedplassen,’ vertelt Vreeke. Daar komt nu verandering in: sinds een paar jaar gebruikt GGD Amsterdam een vragenlijst uit Vreeke’s proefschrift, die screent op angst. ‘Ouders krijgen dan een stoplichtje te zien; als die rood kleurt, worden ze op de hoogte gebracht van Cool Little Kids.’
Angstscreening
In september 2024 startte Vreeke het Brave Steps-project. ‘Veel ouders vinden het lastig inschatten of ze zich zorgen moeten maken over de angst van hun kind. Is het echt ernstig dat mijn kind soms wat verlegen is? Zes avonden is dan best een stap. Met Brave Steps willen we nog laagdrempeliger informatie aanbieden aan ouders; in één webinar met tips en info kunnen ze inschatten of hun kind verdere hulp nodig heeft.’ In het project willen Vreeke en haar team ook een individuele behandeling aanbieden, die juist intensiever is dan de Cool Little Kids-training. ‘Daarna willen we onderzoeken: welke interventie is voor welke ouders het meest geschikt? En welke elementen uit een behandeling maken die behandeling effectief? We willen geen onnodige zorg bieden, maar wel zorgen dat ouders en kinderen de hulp krijgen die ze op dat moment nodig hebben.’
‘Het stille, dromerige meisje achter in de klas wordt nu vaak over het hoofd gezien’
Hoopvol
Vaak zijn kinderen al helemaal vastgelopen in hun angsten voor ouders hulp zoeken. ‘Dat is het lastige aan internaliserende problematiek,’ vertelt Vreeke. ‘Drukke kinderen storen de leerkracht en klasgenootjes met hun beweeglijke gedrag en worden sneller aangemeld voor hulp. Terwijl het stille, dromerige meisje achter in de klas, ik stel het nu heel stereotype, vaker over het hoofd wordt gezien.’ Met preventie wil Vreeke voorkomen dat kinderen blijvend last hebben van angstklachten, want gemiddeld duurt het twaalf jaar voor mensen met angstklachten aan de bel trekken. ‘Ik vind het zo zonde, want als je wacht met ingrijpen kunnen angsten ernstiger worden en lastiger te behandelen. Dat vind ik ook hoopvol aan de ontwikkelingspsychologie: met relatief kleine aanpassingen kun je bijdragen aan een gezonde ontwikkeling voor kinderen.’
Over Social Sciences Connect
In deze reeks artikelen laten we zien hoe sociaalwetenschappelijk onderzoek en onderwijs bijdragen aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Onderzoekers, docenten, studenten en maatschappelijke partners werken samen om kennis toegankelijk te maken en het verschil te maken. Door open wetenschap en betrokken onderwijs versterken we de verbinding tussen universiteit en samenleving. Zo bouwen we samen aan een toekomst waarin wetenschap en maatschappij hand in hand gaan.