
Met nieuw boek laat Eveline Crone zien hoe je hersenen je de dag door helpen
Bestseller ‘Het puberende brein’ schreef Crone voor ouders die het soms onbegrijpelijke gedrag van hun tieners wilden snappen. Haar nieuwe boek ‘Een dag in ons brein’ is voor iedereen, jong en oud, die zijn eigen brein beter wilt behappen.

Een ‘no-brainer’ was het, om hoogleraar ontwikkelingspsychologie Eveline Crone te vragen het boek Een dag in ons brein te schrijven. Dat vertelt Jenneke van Mourik van uitgeverij Lannoo tijdens de lancering van het boek op een paarsverlicht podium in de Rotterdamse Arminius-kerk. Gelukkig zei de wetenschapper ‘ja’. Niet gelijk, trouwens. Eerst was er die twijfel, het ‘ben ík wel de aangewezen persoon?’, het ‘maar anderen kunnen dit toch veel beter?’ Crone: ‘Maar daarna dacht ik: ik word vijftig, natuurlijk kan ik dit, laat ik het maar doen.’ Dus toch een volmondige ‘ja’.
Terugveren door het brein
In Een dag in ons brein neemt Crone de lezer mee in het brein van verschillende bewoners van de fictieve Bolstraat.. De ‘droge’ wetenschappelijke materie met een fantasierijk sausje overgieten deed ze in nauwe samenwerking met journalist Eva Munnik, die het boek voorzag van storytelling-elementen. En zo herkenbare situaties te schetsen voor een zo breed mogelijk publiek. Ouders met pubers, pubers zelf, ouderen, jonge ouders van kleine baby’s. Met het boek wil Crone illustreren hoe onze hersenen ons altijd weer voorbereiden op uitdagingen in elke nieuwe levensfasen, van leren praten en fietsen tot het maken van nieuwe vrienden. En hoe onze hersenen ons helpen terug te veren na tegenslag.

Breinfeitjes
Twee jaar lang werkten Crone en Munnik aan het boek. ‘Niet zo lang voor een wetenschapper,’ voegt ze er snel aan toe. Elke hoofdstuk is uitvoerig nagelezen door collega’s die expert zijn op dat specifieke gebied. Zo las cognitief psycholoog Mariska Kret, onder anderen bekend om haar onderzoek naar seksuele aantrekkingskracht, nauw mee met het hoofdstuk over liefde en seks. Maar hoewel collega-onderzoekers het boek vast met plezier naslaan, is het vooral geschreven voor iedereen in de samenleving die nog niet helemaal thuis is in de werking van het brein. En die het leuk vindt om verrast te worden door breinfeitjes. Bijvoorbeeld dat de hersenen van baby’s gemaakt zijn om allerlei vormen van taal op te vangen; ze kunnen beter verschillende klanken onderscheiden dan wij met onze oudere hersenen.
Hongerig naar het brein
Eveline Crone werkt als hoogleraar Ontwikkelingsneurowetenschap in de Maatschappij aan de Erasmus Universiteit een Rotterdam, waar ze het Synclab leidt. Deels heeft ze een aanstelling in Leiden. Vorige week werkte ze 25 jaar aan de universiteit. Maurits van der Molen begeleidde een kwart eeuw geleden Crone’s promotietraject aan de UvA en reikt haar het boek uit. ‘Bij Eveline gaat het altijd om de inhoud. Als promovendus wilde ze resultaten uit het lab al naar buiten brengen, en nu doet ze dat nog steeds. Haar werk stelt ouders gerust, gedrag heeft soms met het onvolwassen brein te maken. Het helpt hun kinderen beter begrijpen. Door Eveline zijn ouders en leerkrachten hongerig geworden naar het brein.’