Raisa Blommestijn gepromoveerd op proefschrift 'Het spook van Weimar. Een democratie in crisis'
Op 12 april 2022 is Raisa Blommestijn gepromoveerd op haar proefschrift, getiteld 'Het spook van Weimar. Een democratie in crisis'.
Het onderzoek van Blommestijn is voornamelijk een rechtstheoretische analyse van de democratische crisis gedurende de Weimarrepubliek. In het spoor van de Duitse jurist en filosoof Radbruch wordt ook de rol van de Duitse variant van het rechtspositivisme, namelijk wetpositivisme uitvoerig geanalyseerd. De centrale vraag in het onderzoek luidt: ‘In hoeverre boden de juridische en rechtsfilosofische concepten die ten grondslag lagen aan de Weimardemocratie reële mogelijkheden om de democratische staatsvorm te verdedigen?’. Om deze vraag te beantwoorden, komen in de verschillende hoofdstukken achtereenvolgens diverse deelvragen aan de orde zoals de vraag tegen welke historische achtergrond de Weimardemocratie tot stand kwam en welke vijandige tendensen zich gedurende haar bestaansgeschiedenis manifesteerden. In het verlengde daarvan wordt de vraag beantwoord in hoeverre de feitelijke en juridische werkelijkheid met elkaar in overeenstemming waren.
De leescommissie die Blommestijn tot de verdediging heeft toegelaten bestaat uit:
- Prof. mr. dr. R.C. Hartendorp (Universiteit Leiden, afdeling Rechtsgeschiedenis)
- Prof. dr. A.J.J. Nijhuis (Universiteit van Amsterdam, directeur van Duitsland Instituut)
- Prof. mr. dr. E. Mak (Universiteit Utrecht)
- Mr. dr. H.M.T.D. Ten Napel (Universiteit Leiden, afdeling Staats- en bestuursrecht)
- Mr.dr. G. Molier (Universiteit Leiden, afdeling Encyclopedie van de Rechtswetenschap)
In dit onderzoek worden niet alleen de constitutionele onderwerpen van die tijd uitvoerig besproken, ook wordt daarin uitgebreid aandacht besteed aan rechtstheoretische thema’s van deze periode zoals ze destijds door Hans Kelsen, Carl Schmitt, Rudolf Smend en Hermann Heller werden gethematiseerd. Blommestijn komt onder andere tot de conclusie dat het Duitse rechtspositivisme in de vorm van het wetspositivisme, in belangrijke mate bijdroeg aan de op de staatsmacht gerichte inslag van de Duitse staat: ‘Door het wetspositivisme tekent zich duidelijk een vorm af van een Machtsstaat, waaraan door het wetspositivisme voorgestane neutrale interpretatiemethoden, geen tegenwicht kunnen bieden. Het specifieke karakter van het Duitse positivisme werkte de wandaden van het Derde Rijk, gerechtvaardigd via het welbekende ‘bevel is bevel’ (cf. Radbruch) in de hand. In dit wetspositivisme zijn dan ook geen aanknopingspunten te vinden wat betreft een rechtstheoretische verdedigingslinie tegenover vijandige tendensen – het werkte deze tendensen eerder in de hand’.
Funderende principes
De tekortkoming in het denken van Schmitt komt tot uiting aan de hand van een bespreking van het werk van Smend en Heller, die ‘beiden de nadruk leggen op een immanente rechtvaardiging van de democratische staatsvorm en de vorming van een democratische cultuur’. Waar de opvattingen van Smend aantonen hoe de burgers betrokken kunnen worden bij de democratie middels de verschillende vormen van integratie, geeft Heller aan dat er altijd funderende principes aan deze integratie ten grondslag moeten liggen. Gesteld kan worden dat hun rechtstheoretische opvattingen belangrijke aanknopingspunten bieden voor tot het tot stand komen van een rechtstheoretische verdedigingslinie van de democratische staatsvorm. Voornamelijk het idee van een democratische cultuur, waarbij de democratische staatsvorm niet alleen door burgers wordt gedragen maar waarbij burgers ook worden betrokken bij de democratie, kan een goed antwoord bieden op antidemocratische krachten.’
Het proefschrift van Raisa Blommestijn is in print en digitaal in de Leidse bibliotheek beschikbaar.