Ontleding van een assertiever China: hoe veranderde haar buitenlandbeleid?
Sinds 2009-2010 beschouwt het Westen China als assertiever. Vooral nadat Xi Jinping in 2012 aan de macht kwam, heeft het land Deng Xiaoping’s low profile-buitenlandbeleid laten varen. Friso Stevens legt in zijn proefschrift uit waar deze verandering vandaan komt. De verdediging is op 28 maart.
Hoe kwam je erop de Chinese buitenlandpolitiek te bestuderen, en dan in het bijzonder vanuit binnenlands politiek perspectief?
Stevens: ‘Nadat ik mijn rechtenstudie had afgerond, ben ik begonnen aan een tweede master aan de VU, met als specialisatie internationale veiligheidsstudies. Tijdens mijn scriptie-onderzoek naar het Chinees-Amerikaanse veiligheidsdilemma ontdekte ik dat de wetenschappelijke literatuur vooral vanuit het Amerikaanse perspectief op regionale en wereldorde was geschreven. Ik was nieuwsgierig naar de Chinese kant van het verhaal en kon met een beurs naar Beijing, waar ik internationale betrekkingen ben gaan studeren. Aan de Universiteit van Peking heb ik de fundering kunnen leggen voor mijn proefschrift.
De essentie van de lang aangehouden ‘low profile’ doctrine, dat dus is vervangen door een krachtiger buitenlandbeleid, was het dienen van de binnenlandse economische belangen. Dit is in 1990 goed beschreven door de ervaren diplomaat Qian Qichen: “[Chinese] buitenlandse politiek is een verlengstuk van de binnenlandse politiek van China. Terwijl China zijn economie [versterkt] en zijn hervormingen verder doorvoert … is het creëren van een stabiele, vredige en gunstige internationale omgeving China’s voornaamste taak in de diplomatieke sfeer.”
In het bijzonder onder Xi Jinping draait het Chinese buitenlandbeleid vooral om het aanwenden van de opgebouwde macht om China’s regionale invloed te vergroten. Toen ik in 2017 terugkeerde naar Nederland waren Frans-Paul van der Putten en Madeleine Hosli bereidt mij te begeleiden als promotoren. Ze waren geweldig en ik ben ze zeer dankbaar.'
Je hebt twee jaar in Beijing gewoond en daarna China nog vijf jaar bestudeerd. Waar komt die fascinatie vandaan?
‘Ik denk dat mijn poging om China en Oost-Azië te begrijpen, begon toen ik Hong Kong bezocht in 2009. Ik hou van mensen en culturen die erg verschillen van de onze. In China vind ik het informele en het relationele erg interessant, het tussen de regels door lezen. Chinese mensen zijn ook erg open en nieuwsgierig naar de buitenwereld. Helaas is er sinds het opgepompte Chinese nationalisme tijdens de Trump-jaren minder belangstelling om Westerse ideeën te omarmen.’
Wat zijn interessante bevinden die je wilt delen?
‘Vaak wordt in het huidige discours vergeten dat de verhoudingen tussen China en de VS tijdens de laatste jaren van Bush geweldig waren. Amerikaanse mensen zagen vrijhandel en het uitbesteden van eenvoudige arbeid nog als iets dat de VS ten goede kwam.
Hetzelfde geldt voor de relatie tussen het Chinese vasteland en Taiwan. Er waren in december 2008 bijvoorbeeld voor het eerst directe lucht- en scheepvaartverbindingen en een postdienst beschikbaar. Hoewel er in die tijd al wel een eigen, Taiwanese identiteit aan het ontstaan was, lieten de VS en Taiwan in Beijing de hoop bestaan dat het op een dag Taiwan kon herenigen met deze vreedzame middelen.
China’s reactie op de ‘pivot to Asia’ van Obama is echter niet de enige verklaring voor Chinese assertiviteit na 2008. Er is een duidelijke ideationele route zichtbaar naar de huidige conservatief-nationalistische lijn. Sterker nog, destijds werden al dezelfde mobilisatieslogans gebruikt waarvan Xi zich nu bedient. Er is veel meer continuïteit tussen de Hu en Xi periodes dan de gevestigde literatuur laat zien.’
Wie moeten je proefschrift lezen?
‘De meest voor de hand liggende lezers zijn degenen die zich verdiepen in internationale betrekkingen en China en Oost-Azië, leden van denktanks en beleidsmakers op ministeries. Maar ik durf ook wel te zeggen dat Nederlandse journalisten en opiniemakers misschien wel het meeste aan dit werk kunnen hebben. Ik moedig ze aan om hun eigen waarnemingen te doen, in plaats van Amerikaanse narratieven en nieuwsverhalen één op één over te nemen. Ik schreef hier eerder een Leiden blog over.
Er is geen twijfel dat China oneerlijk concurreert, spioneert, steelt en soms dwingt. Maar daar moet een defensief antwoord op komen, geen offensief antwoord waarbij Europa marineschepen naar de andere kant van de wereld stuurt. Het ‘met ons of tegen ons’ van de VS leidt ons naar een internationaal systeem met Koude Oorlog-achtige blokken. Dat is een gevaarlijke dwangbuis om jezelf in te stoppen. Europa kan kiezen om van China geen vijand te maken: zo ziet zeker China dat.’
De promotie is via een livestream te volgen