‘Ik wil processen zo inrichten dat onderzoekers zich met de inhoud kunnen bezighouden’
Onderzoeksdirecteur Judy Veldhuijzen, deze maand begonnen in haar nieuwe rol, beantwoordt vragen van collega’s. Wat is haar visie voor het instituut? Hoe kijkt ze aan tegen open leiderschap? En: hoe gezond leeft de GMN-onderzoeker zelf eigenlijk?
Dit jaar stond de vakantie van Judy in het teken van grote gebeurtenissen die samenkwamen. Deze zomer maakte ze samen met haar gezin een bijzondere reis naar Australië om herinneringen op te doen met haar man, zoon en dochter. De indrukken van de ontzagwekkende natuur en alleraardigste mensen vloeiden daar samen met het rouwproces over Andrea Evers, een dierbare collega die deze zomer in de vakantieperiode overleed. ‘Het was een lastige, emotionele fase en ik was in mijn hoofd bezig met mijn collega’s. Tegelijk heb ik ook veel mooie momenten meegemaakt. We zaten midden in het tropische regenwoud, in lodges waarvan de woonkamer en keuken zich buiten bevonden. ’s Ochtends kregen we een mand met tropisch fruit dat direct van de bomen geplukt werd. En die beesten. Ongelofelijk, die natuur! Ik kon daar echt aarden.’
Na je vakantie ligt er een grote uitdaging op je te wachten bij een instituut in zwaar weer. Waarom heb je gesolliciteerd naar de functie van onderzoeksdirecteur?
‘Juist door die uitdagingen. Dit is het moment dat ik veel kan betekenen voor het instituut, omdat ik kan meedenken over de beste oplossingen in deze situatie. Het is een rol waar je je ook echt kunt ontwikkelen en veel kunt leren. Maar het is ook een verantwoordelijke rol. Persoonlijk wilde ik dat er iemand op deze plek kwam die het belang van het hele instituut voor ogen had. Iemand met de juiste intentie en visie. Dus toen dacht ik: als ik dat zo belangrijk vind, waarom ga ik het dan niet zelf doen?’
Wat leg je neer en wat blijf je doen?
‘De rol co-voorzitter van de Commissie Ethiek, samen met Ruthie Pliskin, het aankomende FIBER-voorzitterschap en mijn deelname als lid van de Medisch-Ethische Toetsingscommissie leg ik neer. Door deze ervaringen heb ik de kans gehad om al uitgebreid in complexe dossiers te duiken als ethiek, privacy en datamanagement. Als onderzoeker ben ik daar al langer mee bezig. Nu ga ik dus weer aan de slag met die onderwerpen als onderzoeksdirecteur.’
‘Ik blijf trekker vanuit Leiden van de SSH-sectorplannen Psychische Aandoeningen en ik blijf hub-leider bij mijn sectie Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie, waar we de psychologische processen bij medische aandoeningen onderzoeken.’
Anne-Fleur Blom: ‘Waar kijk je naar uit in deze functie?’
‘Om iets te kunnen betekenen voor het instituut: gezamenlijk met het bestuur bruggen bouwen en samenwerken met collega’s. Vooral over de disciplines heen; ik ben zelf interdisciplinair opgeleid. Heb je een goed idee, loop vooral binnen!’
Kan je meer vertellen over je interdisciplinaire achtergrond?
‘Na mijn dubbele specialisaties neuropsychologie en medische psychologie in Utrecht ben ik een promotietraject bij Farmaceutische Wetenschappen in het veld van psychofarmacologie gaan doen. Hier werd ik begeleid door promotoren vanuit zowel geneeskunde, farmacie als psychologie. Daarna deed ik een postdoc bij tandheelkunde in Amerika, waar allerlei pijnonderzoekers uit verschillende disciplines samenwerkten. Dit was ontzettend leuk en inspirerend. Terug in Nederland ging ik aan de slag als universitair docent bij Geneeskunde van het UMC Utrecht. Daar kreeg ik de patiëntenzorg goed mee en gaf ook onderwijs aan geneeskundestudenten en aan de artsen op de pijnafdeling. Ik was de enige psycholoog-onderzoeker werkzaam op de afdeling met vooral artsen. Zij stonden heel erg open voor psychologisch onderzoek en nascholing.’
‘Uiteindelijk wilde ik weer meer naar mijn psychologie roots en koos voor de Universiteit Leiden vanwege het interdisciplinaire karakter. Andrea heeft een bepalende rol gehad in mijn komst naar Leiden. Ik werk hier nu elf jaar met veel plezier als universitair hoofddocent. Ik ben geïnteresseerd in hoe je over disciplines heen kunt kijken. Ik heb fantastische voorbeelden gehad in mijn carrière. Andrea was een van hen. Ze vertegenwoordigde echt het interdisciplinaire en de maatschappelijk inbedding. Ze was een visionair.’
Niels van Doesum: ‘Bouw je voort op het werk van Lotte van Dillen en zijn er dingen die je goed vindt gaan?’
‘Er gaan veel dingen goed, zoals bestuurlijke processen, promovendi-beleid en de aandacht voor ontwikkelingen als AI en privacy. Ik ben Lotte dankbaar dat er al zo veel staat; daar bouw ik samen met alle onderzoekers graag op voort.’
Fenying Zang: ‘Heb je al een visie kunnen vormen?'
‘Ondanks alle omstandigheden kunnen we als instituut nog steeds stappen vooruit maken. Een van mijn speerpunten wordt om processen zo transparant mogelijk te maken en goede ondersteuning te organiseren. Onderzoekers lopen tegen ingewikkelde zaken aan. Zeker rondom privacy, waar veel grote veranderingen plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor AI. Ook wil ik kijken hoe we processen in het algemeen werkbaarder kunnen maken, zoals die van ethiek, zodat onderzoekers zich zo veel mogelijk met de inhoud van hun onderzoek kunnen bezighouden. Hier was Lotte en het bestuur zeker ook al mee aan de slag. Ik kijk ernaar uit om dit met het geweldige team van ervaren beleidsmedewerkers verder op te pakken.’
‘Werkdruk blijft een punt van aandacht. Het stond al hoog op de agenda en is door de omstandigheden nog belangrijker geworden. En subsidieland. Er wordt nu ook bezuinigd op externe funding waar je als onderzoeker afhankelijk van bent. Hierin moeten we elkaar blijven ondersteunen. Bijvoorbeeld door middel van team science. Met gezamenlijke aanvragen help je elkaar en ontstaat er minder gevoel van concurrentie.’
Collega GMN: ‘Je werkt bij GMN. Hoe gezond gedraag jij je?’
‘Redelijk gezond,’ lacht ze. ‘Het is hier inderdaad vanzelfsprekend dat je daarover nadenkt. We geven hier immers onderwijs in en krijgen inzichten vanuit ons eigen onderzoek. Ik let steeds meer op mijn gezonde gedrag. Vooral in het licht van werkuren, voldoende gezond eten, bewegen en leuke dingen doen. Uiteraard zou ik voor alles wel meer tijd willen hebben.’
Laura Nawijn: ‘Waar mogen we jou ’s nachts voor wakker maken?’
‘Voor een vroege bergwandeling! En uiteraard voor mijn gezin, familie of vrienden. In mijn vrije tijd spreek ik graag af met vrienden, reis graag en maak culturele uitstapjes met mijn gezin. Ik haal ook veel plezier en ontspanning uit sportklimmen, wandelen en spinning.’
Niels van Doesum: ‘Zelf vind ik open leiderschap heel belangrijk. Hoe kijk jij daartegenaan?’
‘Ik vind dat zeker ook belangrijk. Voor mij is dat transparant en benaderbaar zijn. En openstaan voor innovatie en creativiteit. Ik combineer open leiderschap met elementen van coachend, transformationeel en richtinggevend leiderschap, waarbij ondersteuning en ontwikkeling van anderen centraal staan.‘