
Opschorting overeenkomsten studentenuitwisseling Hebrew University of Jerusalem en Tel Aviv University
De Commissie Externe Samenwerkingen – Mensenrechten en Conflictgebieden van de Universiteit Leiden adviseert het College van Bestuur om de studentenuitwisselingsovereenkomsten met Hebrew University of Jerusalem en Tel Aviv University op te schorten tot nader order.
Daarnaast adviseert de commissie om voorlopig geen nieuwe studentenuitwisselingen aan te gaan met academische instellingen in Israël die vergelijkbare nauwe banden met het Israëlische leger hebben, dat wil zeggen: totdat het College van Bestuur besluit om nieuwe overeenkomsten aan de Commissie voor te leggen.
De commissie komt tot dit advies vanwege haar onderbouwde overtuiging dat beide instellingen voor zover zij gelieerd zijn aan het Israëlische leger – mogelijkerwijs bijdragen aan mensenrechtenschendingen. Ook stelt zij dat door de betrokkenheid bij het conflict de academische vrijheid op deze universiteiten in toenemende mate onder druk staat, met mogelijk negatieve gevolgen voor (studenten van) de Universiteit Leiden.
Het advies van de Commissie behelst opschorting van de studentenuitwisselingsprogramma’s die op institutioneel niveau zijn afgesloten door de universiteit, zo benadrukt zij. Het advies heeft geen betrekking op de toelating van individuele studenten of op academische contacten tussen individuele medewerkers. Individuele studenten en medewerkers uit Israël die naar de Universiteit Leiden willen komen, zijn en blijven welkom.
Andere aspecten van de institutionele samenwerking met partners in Israël – zoals op het gebied van onderzoek – komen in een later advies van de commissie aan de orde. In dit bericht lichten we de werkwijze van de commissie, de context van de opdracht en de inhoud van het advies verder toe.
Eerste reactie College van Bestuur
Het College van Bestuur heeft het advies in ontvangst genomen en neemt, zo snel mogelijk na het zomerreces, een besluit over dit advies, na consultatie van de decanen en de Universiteitsraad.
Rector Hester Bijl: ‘We zijn de commissie en haar ondersteuning heel dankbaar voor het zorgvuldig geformuleerde (deel)advies over deze twee samenwerkingen, dat tot stand kwam in een kort tijdsbestek. Het is knap dat een commissie van medewerkers met verschillende achtergronden en visies tot een eensluidend advies is gekomen, gebruikmakend van een eerder ontwikkelde werkwijze. Dit zijn belangrijke stappen in onze lerende aanpak. Tegelijkertijd begrijpen we dat dit eerste advies niet voor iedereen in onze organisatie de uitkomst is waarop werd gehoopt. Ook vinden mensen dat het hele proces te lang duurt. We gaan nu eerst de inhoud en de mogelijke implicaties ervan goed wegen.’
‘We vinden het verder belangrijk om over een onderwerp dat zoveel verdeeldheid en emoties oproept, in gesprek te blijven met onze academische gemeenschap. Deze desastreuze oorlog en aanhoudende conflictsituatie eist talloze mensenlevens. Het raakt niet alleen de direct betrokkenen, maar heeft ook impact op medewerkers en studenten binnen onze universiteit. Ook dit advies van de commissie zal ongetwijfeld opnieuw emoties oproepen.’
‘We begrijpen dat de behoefte aan duidelijkheid groot is. Over de studentenuitwisselingsprogramma’s en het advies van de commissie nemen we zo snel mogelijk een besluit met de grootst mogelijke zorgvuldigheid.’
Opdracht van de commissie
De Commissie Externe Samenwerkingen – Mensenrechten en Conflictgebieden is op 27 mei ingesteld door het CvB, onderzoekt of de Universiteit Leiden samenwerkt met organisaties, instellingen of groepen die mensenrechten direct of indirect schenden, oorlog steunen of andere belangrijke internationale regels overtreden. De commissie adviseert hierover aan het CvB dat vervolgens een besluit neemt over samenwerkingen. De Commissie bestaat uit de volgende leden: prof. dr. J.P. van der Leun (voorzitter), prof. dr. D.P. Engberts, prof. dr. D.M. Mokrosinska en (tot 1 september 2025) prof. dr. R.A. Lawson. Prof. dr. P. Sijpesteijn is als regio-specialist speciaal voor deze casus toegevoegd.
Achtergrond en context van het advies
De commissie is door het CvB gevraagd om te adviseren over samenwerkingen naar aanleiding van grote zorgen over de mensenrechtensituatie en de ernstige humanitaire crisis in Gaza en het Midden-Oosten vanwege het Israëlisch-Palestijnse conflict. Dit diepgewortelde en zeer complexe conflict leidt sinds oktober 2023 tot een intensief gevoerd debat, heftige emoties en toenemende spanningen binnen onze academische gemeenschap. Studenten, personeel en in toenemende mate ook burgers hebben universiteiten aangespoord om hun samenwerking met Israëlische academische instellingen te heroverwegen.
De twee institutionele uitwisselingsovereenkomsten waarover nu advies is gegeven, zijn sinds vorig jaar al voorlopig ‘on hold’ gezet door de universiteit. Bij deze uitwisselingen waren slechts enkele studenten betrokken.
Werkwijze commissie
Op verzoek van het CvB heeft de Commissie eerst de studentenuitwisselingsprogramma’s met Hebrew University of Jerusalem en Tel Aviv University beoordeeld. De commissie heeft zich hierbij gebaseerd op een werkwijze die eerder door de tijdelijke Commissie Toetsing Ethische Aspecten in Samenwerkingen in opdracht van het CvB is ontwikkeld.
De analyse heeft de commissie op drie niveaus gedaan, namelijk: (1) de context (land/regio), (2) de partner (instelling/universiteit/organisatie) en (3) de activiteit (onderwijs/onderzoek/uitwisseling/conferentie). De commissie baseerde zich hierbij op gezaghebbende internationale bronnen en sprak met experts binnen de eigen organisatie. Daarna vond een weging van belangen plaats.
Onderbouwing van advies
De commissie stelt in haar advies dat ‘in de context van een langdurig en complex conflict, waarin verschillende partijen over de jaren heen geweld hebben gebruikt, Israël momenteel verantwoordelijk wordt gehouden voor ernstige schendingen van het internationaal mensenrechtenrecht en het internationaal humanitair recht.’ De Commissie merkt daarnaast op ‘dat Hebrew University of Jerusalem en Tel Aviv University – voor zover zij gelieerd zijn aan het Israëlische leger – mogelijk betrokken zijn bij, of bijdragen aan mensenrechtenschendingen’.
De commissie concludeert: ‘Vast blijven houden aan het bestaande institutionele kader voor studentenuitwisseling met deze universiteiten zou de Universiteit Leiden in een moreel precaire positie brengen en haar kernwaarden onder druk zetten – in het bijzonder de verantwoordelijkheid om een open en inclusieve gemeenschap te bevorderen en academische vrijheid te waarborgen’.
Dat de betreffende studentenuitwisselingen beperkt van omvang zijn en mogelijk geen directe relatie hebben met de genoemde schendingen, doet niets af aan de ethische bezwaren van de Commissie, zo oordeelt zij.
Universitaire gemeenschap betrokken
De commissie heeft bij haar werk verschillende perspectieven betrokken. ‘Het grote aantal reacties dat de commissie heeft ontvangen van studenten en medewerkers en van de Universiteitsraad, weerspiegelt ook de diversiteit aan meningen en interpretaties over deze kwestie binnen de academische gemeenschap van de universiteit’, stelt zij vast. Tijdens de beoordelingsperiode hebben de commissieleden ook dialogen bijgewoond die binnen de universiteit over dit onderwerp plaatsvonden en gesprekken met experts gevoerd.
Vervolgstappen College van Bestuur
Voordat het College van Bestuur een definitief besluit neemt over het mogelijk opschorten van de studentenuitwisselingsovereenkomsten met Tel Aviv University en The Hebrew University of Jerusalem wil het nog de volgende stappen zetten:
- In gesprek met de Universiteitsraad:
- In gesprek met het Bestuursberaad, het overleg van het College van Bestuur met de decanen van de faculteiten
- In gesprek met de Raad van Toezicht
- Contact opnemen met de rectoren van Tel Aviv University en Hebrew University of Jerusalem.
Daarnaast blijft het College van Bestuur vanzelfsprekend in gesprek met de universitaire gemeenschap en alumni van de Universiteit Leiden.