Uniek onderzoek naar inscripties geeft nieuwe inzichten in geschiedenis islam
De islamitische traditie kent vanaf het allereerste begin een mondelinge overdracht. Pas tweehonderd jaar later schreven de moslims over de geschiedenis van de islam, op steen of andere harde materialen. Arabische epigrafie (opschriftkunde) blijkt een essentieel hulpmiddel bij historisch stamboomonderzoek. Abdullah Alhatlani verdedigde zijn onderzoek daarnaar op 20 oktober. Hij is daarmee de eerste Leidse promovendus uit Koeweit.
De inscripties werden gevonden op plekken als begraafplaatsen, moskeeën en in de bergen. Ze kunnen worden toegeschreven aan specifieke personen. ‘De inscripties vertellen meer dan de genealogische bronnen die we al kenden over de afstammelingen van de profeet Mohammed’, legt Alhatlani uit. Zo brengen de inscripties eerder nog onbekende personen aan het licht. Dit maakt het mogelijk om incomplete stambomen in te vullen. Ook helpen de inscripties bij het corrigeren of verduidelijken van informatie over uitstervende familielijnen.
Uniek onderzoek
Onderzoek naar epigrafie in Arabië is relatief nieuw. Dat begon pas vanaf 1972, toen de Saoedische regering het Department of Antiquities and Museums oprichtte. Alhatlani is de eerste onderzoeker die het verband tussen de namen in de inscripties en de genealogische bronnen op grote schaal in kaart bracht. Waar collega-onderzoekers uit het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Saoedi Arabië twintig inscripties onderzochten, bekeek Abdullah er in totaal 260. 145 hiervan waren nog niet eerder wetenschappelijk beschreven.
Reconstructie van stambomen
De inscripties die Alhatlani onderzocht zijn achtergelaten door vier families en brachten 106 verschillende personen aan het licht, allemaal afstammelingen van profeet Mohammed. Alhatlani onderzocht wie zij precies waren, wat voor inscripties ze achterlieten en waarom ze dat deden. ‘Zo ontdekte ik dat sommige personen uit de inscripties in de genealogische bronnen ontbreken. Dat kan helpen bij het beantwoorden van de vraag of een familie in de loop van de geschiedenis is uitgestorven’, vertelt Alhatlani. Ook blijkt uit het onderzoek dat het tijdens de vroeg-islamitische periode heel gebruikelijk was dat meerdere generaties van dezelfde familie inscripties op dezelfde plek achterlieten. Zo leidden 116 van 137 inscripties op een specifieke plek slechts naar één familie. Die plek werd dus twee eeuwen lang door dezelfde familie bezocht. ‘Dat vertelt ons meer over de verschillende moslimgeneraties in Arabië, hoe het hen verging, maar ook over de Arabische epigrafische traditie in het algemeen’, aldus Alhatlani.
Eerste promovendus uit Koeweit
Alhatlani was de eerste promovendus uit Koeweit en dat vond hij nogal wat: ‘Ik voelde toch wel een soort druk om te presteren. Toen ik mijn diploma eindelijk in handen had, voelde dat heel bijzonder. Vooral omdat het vaker voorkomt dat onderzoekers uit mijn vakgebied hun diploma’s aan universiteiten in het Verenigd Koninkrijk of de Verenigde Staten halen. Met een ander diploma wordt er dan toch anders naar je gekeken – maar wel op een positieve manier hoor!’ Alhatlani gaat nu een nieuw hoofdstuk tegemoet en lesgeven aan Kuwait University als universitair docent. Hij zal nog vaak terugdenken aan zijn tijd in Leiden: ‘Ik ben van plan om contact te houden met de Universiteit Leiden en alle vrienden die ik hier heb gemaakt. Ik wil mijn begeleidster Petra Sijpesteijn graag bedanken voor haar hulp en de universiteit voor de gastvrijheid!’