Universiteit Leiden

nl en
© Freepik

Leidse wetenschappers leveren grote bijdrage aan nieuw nanogeneeskunde-consortium

Een Nederlands consortium ontvangt 6,7 miljoen euro om samen met patiënten het ontwikkelen van nanomedicijnen te versnellen. Onderzoekers van de Universiteit Leiden spelen daarbij een belangrijke rol.

Het project NanoMedNL ontvangt de subsidie via het programma Onderzoek langs Routes door Consortia (ORC) van de Nederlandse Wetenschapsagenda (NWA). Onder leiding van hoogleraar Enrico Mastrobattista (Universiteit Utrecht) bundelt het consortium de krachten van wetenschappers, artsen, bedrijven, patiënten en het Nederlandse publiek om nanogeneeskunde te verbeteren. Deze behandelingen gebruiken extreem kleine deeltjes om medicijnen precies op de juiste plek in het lichaam af te leveren. Hoewel de potentie groot is, maken nog maar weinig van deze behandelingen de stap van laboratorium naar kliniek.

‘Ondanks het wereldwijde succes van mRNA-vaccins, zoals het COVID-19-vaccin, bereiken te veel nanomedicijnen de patiënt nog niet,’ zegt Matthias Barz, hoogleraar Biotherapeutic Delivery (LACDR). Hij leidt het onderzoek naar kankertherapie binnen het project.

Wat is nanogeneeskunde?

Nanogeneeskunde gebruikt nanotechnologie – zoals nanopartikels, extreem kleine deeltjes – om medicijnen nauwkeurig af te leveren op de plek waar ze nodig zijn, zoals bij een tumor. Daardoor kunnen behandelingen effectiever worden en minder bijwerkingen veroorzaken. Maar omdat nog niet volledig bekend is hoe deze deeltjes zich in het lichaam gedragen, is het lastig om nieuwe nanomedicijnen te ontwikkelen en goedgekeurd te krijgen.

Hindernissen in de nanogeneeskunde

Waarom lopen zoveel veelbelovende behandelingen vast? Martina Vijver, hoogleraar bij het Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), legt uit: ‘Dat komt door een combinatie van wetenschappelijke uitdagingen, de multidisciplinaire aard van het vakgebied, het ontbreken van standaarden, en zorgen over veiligheid en ethiek. Wij willen nanomedicijnen ontwerpen die “safe by design” zijn, waarbij we al bij het ontwerp rekening houden met afbraak en toxiciteit, zowel in mensen als in het milieu.’

Een andere grote uitdaging is begrijpenwat er gebeurt met nanomedicijnen ná aflevering van het geneesmiddel. ‘We hebben dringend inzicht nodig in de stofwisseling en bijwerkingen van nanomedicijnen op plekken waar ze eigenlijk niet bedoeld zijn,’ zegt Thomas Hankemeier, hoofd van het Metabolomics Center (LACDR). ‘Daarom gaan we hun effect op cellen, weefsels en complete organismen onderzoeken.’

Brede Leidse bijdrage

Barz, Vijver en Hankemeier zijn niet de enige Leidse onderzoekers binnen NanoMedNL. Naast het LACDR en het CML, leveren ook het Leids Instituut voor Onderzoek in de Natuurkunde (LION) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) bijdragen. Daarmee is de Universiteit Leiden een belangrijke partner in het project.

NanoMedNL richt een virtueel nationaal kenniscentrum op: een platform waarin kennis van onderzoekers, patiënten, zorgprofessionals, toezichthouders, bedrijven en het grote publiek samenkomt. Door iedereen te betrekken – ook via openbare bijeenkomsten – wil het consortium de ontwikkeling van veilige en effectieve nanomedicijnen versnellen.

Gerichter behandelen, met minder bijwerkingen

Sjaak Neefjes (LUMC) benadrukt het belang van het project: ‘NanoMedNL pakt belangrijke knelpunten aan in kanker- en gentherapie. De huidige nanomedicijnen worden zelden standaard in de kliniek gebruikt. Zelfs bekendere middelen zoals doxorubicine vinden hun weg naar moeilijk bereikbare tumoren, zoals alvleesklierkanker, niet goed. Als we die middelen beter kunnen richten, wordt de behandeling effectiever en nemen de bijwerkingen af. Zelfs krachtige kankerremmers hebben “nanohulp” nodig.’

Om die precisie te bereiken, is fundamenteel begrip essentieel. ‘Om nanomedicijnen te ontwerpen die selectief en doeltreffend zieke cellen bereiken, moeten we de fysieke principes achter celgerichte aflevering goed begrijpen,’ zegt Daniela Kraft, hoogleraar bij LION. ‘Die inzichten gaan we gebruiken voor de ontwikkeling van een nieuwe generatie nanomedicijnen.’

Over NWA-ORC

Het programma Onderzoek langs Routes door Consortia (ORC) maakt deel uit van de Nederlandse Wetenschapsagenda (NWA). Het ondersteunt interdisciplinaire projecten waarin onderzoekers intensief samenwerken met kennisinstellingen en maatschappelijke partners aan wetenschappelijke én maatschappelijke vraagstukken.

Partners in het consortium

Ardena, Leids Universitair Medisch Centrum, Mens in de Maak, NanoCell Tx, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Nederlandse Vereniging voor Gen- en Celtherapie, Nemo Kennislink, patiëntenstem.nu, Radboudumc, Radboud Universiteit Nijmegen, Rathenau Instituut, Rijksuniversiteit Groningen, SINTEF, Stopeierstokkanker.nl, Technische Universiteit Eindhoven, UMC Utrecht, Universiteit Leiden, Universiteit Twente, Universiteit Utrecht, VKS.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.