Universiteit Leiden

nl en

Hoe staat het met de Programmanormen?

In het najaar hebben de opleidingsbesturen Ontwikkelplannen ingeleverd. Vervolgens zijn de plannen door het team Onderwijsadvies en kwaliteitszorg (O&K) geanalyseerd. Daaruit blijkt dat de opleidingsbesturen hun onderwijsprogramma's serieus onder de loep hebben genomen. De opleiding Religiewetenschappen biedt vast een inkijkje in haar plan. Enkele opleidingsbesturen hebben al inhoudelijke feedback ontvangen, de rest kan dat de komende periode verwachten. In de Faculteitsraad van woensdag 17 februari is de voortgang ten aanzien van de Programmanormen ook besproken.

De Programmanormen, hoe zat het ook alweer?

De Programmanormen bevatten richtlijnen voor de inrichting van het onderwijs van de Faculteit Geesteswetenschappen. Doel is de onderwijsinspanning op een transparante en eerlijke manier te verdelen. Nu hanteren de instituten ieder nog hun eigen docenttaak-belastingsmodel. Hierdoor krijgen docenten binnen een en dezelfde opleiding maar afkomstig uit verschillende instituten niet altijd hetzelfde aantal voorbereidingsuren toegekend voor hun onderwijs. Binnen één faculteit zijn zulke verschillen onwenselijk. Daarbij willen we de programma’s zo organiseren dat er optimaal onderwijs aangeboden wordt op een efficiënte manier, zodat onze (beperkte) middelen maximaal worden benut. Het als dwingend ervaren ‘modelcurriculum’ is inmiddels vervangen door ‘curriculumrichtlijn’, om beter tot uitdrukking te brengen dat het geen dwangbuis is, maar een richtlijn. Een richtlijn die bijdraagt aan de dialoog over de wijze van inrichting van een programma.

Opbrengst naar aanleiding van de Ontwikkelplannen per opleiding

Uit de ontvangen Ontwikkelplannen blijkt dat opleidingsbesturen serieus aan de slag zijn gegaan. De besturen hebben onderbouwd aangegeven in hoeverre en op welke wijze het onderwijsprogramma beter kan aansluiten bij de curriculumrichtlijn. De exercitie tot nu toe heeft al waardevolle informatie over en nieuwe inzichten in de organisatie van het onderwijs en de werkdruk in het onderwijs binnen onze faculteit opgeleverd.

Op korte termijn geen werkdrukreductie door Programmanormen

Uit de Ontwikkelplannen wordt ook duidelijk dat er faculteitsbreed een reductie kan plaatsvinden van dertig tot vijftig vakken. Dat is een te kleine vakkenreductie om op korte termijn de beoogde 15% vermindering in docentinzet en meer gelijkheid in studieprogramma’s voor studenten te realiseren, zoals eerder beoogd door het Faculteitsbestuur. Door de Faculteitsraad werden hier vragen over gesteld. De verwachting van het Faculteitsbestuur is dat op de langere termijn door efficiëntie die voorkomt uit de curriculumrichtlijn en de eerlijke verdeling van de onderwijsinzet volgens het model Docent Onderwijs Tijd (D.O.T.) meer werkdrukverlichting kan worden gerealiseerd.

Duwtje voor vernieuwing bij Religiewetenschappen

Een van de opleidingen die een aantal aanpassingen in het programma heeft voorgesteld, is Religiewetenschappen. Deze BA-opleiding heeft een vak geschrapt en die inhoud ondergebracht bij andere vakken waarbij de lesstof inhoudelijk beter past. Daarnaast zijn twee vakken van 5 EC samengevoegd tot een vak van 10 EC. ‘De Programmanormen zijn niet de enige aanleiding, maar bieden een handig kader voor vernieuwingen in het programma waar we eerder niet helemaal uitkwamen’, vertelt opleidingsvoorzitter Corey Williams van Religiewetenschappen. ‘In 2019 hadden we onze visitatie en met die feedback waren we deels al aan de gang gegaan. Ook wilden we aspecten van onze ervaringen met online lesgeven en flipping the classroom gebruiken voor vernieuwing van het programma.

Toen deze elementen en de Programmanormen samenkwamen zijn we tot een Ontwikkelplan gekomen waarbij we één vak gaan schrappen en twee 5 EC vakken samenvoegen tot één 10 EC vak. Dat wordt een meer projectmatig vak in het derde jaar van de BA-opleiding waarin studenten leren projectmatig te werken en meer de diepte in kunnen dan bij één 5 EC vak. Onze grootste zorg bij de invoering van de Programmanormen was het verlies aan kwaliteit, maar met de voorgestelde aanpassingen kunnen we de kwaliteit waarborgen en de gewenste vernieuwing in het programma realiseren. Maar het was een lastige opgave, zeker gezien de vele onderwijsuitdagingen in coronatijd en het probleem dat we als opleidingsbestuur de mogelijkheden en gevolgen niet op een heidag konden doorspreken. Face to face praat bij dit soort ontwikkelingen toch wel veel gemakkelijker.’

Lees hier verder over de Programmanormen als je meer wilt weten over de eerdere ontwikkelingen.

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.