Rector Hester Bijl over onderwijs in coronatijd: ‘We hopen op veel, maar zijn ook realistisch’
De gezamenlijke universiteiten lobbyen voor een ‘normaal’ collegejaar vanaf eind augustus met fysiek onderwijs en ook de Universiteit Leiden is hier voorstander van. Rector Hester Bijl belicht hoe het onderwijs er dan uit kan zien. Ook blikt zij terug op één jaar lockdown.
Allereerst: hoe ziet het onderwijs eruit komende maanden?
‘Ik besef heel goed dat bijna iedereen snakt naar fysiek onderwijs, maar de omstandigheden geven daarvoor weinig ruimte, zeker nu we in de derde golf zitten en de besmettingscijfers nog hoog zijn. Daarom proberen we zo goed mogelijk online onderwijs aan te bieden met alleen heel beperkt fysiek onderwijs zoals de practica en deels tentamens op locatie. Ondertussen bereiden we ons voor om goed gebruik te maken van de ruimte op de campus zodra er wel verruimingen mogelijk zijn. Er wordt onder andere gekeken naar kleine, fysieke bijeenkomsten zoals kleinschalige onderwijsactiviteiten en begeleidingssessies. De precieze invulling wordt per faculteit en opleiding bepaald en kan dus verschillen. We hopen op veel, maar zijn ook realistisch.’
Het kabinet wil bij versoepelingen in het onderwijs zelftesten inzetten. Is daar al meer over bekend?
‘Hier hebben we nog geen duidelijkheid over. Het Ministerie van OCW bereidt die plannen nog voor, dus ik kan er nog niet in detail op ingaan. Zodra meer bekend is, communiceren we dat via de corona-updates. Houd deze dus goed in de gaten. Het belangrijkste is en blijft: doe de coronacheck voordat je naar de universiteit gaat. Houd afstand, draag een mondkapje in de gebouwen en bij klachten: laat je testen en blijf thuis.’
Wat kan er al gezegd worden over volgend collegejaar?
‘We willen zoveel mogelijk open kunnen en hopen dat de anderhalvemeterregel niet meer nodig zal zijn, want dan kunnen er veel meer studenten naar de campus komen. Natuurlijk hangt dat af van het aantal besmettingen en de vaccinatiegraad en het kabinetsbeleid. Maar wij, de gezamenlijke universiteiten, dringen er via de VSNU met klem op aan om het hoger onderwijs niet langer als laatste in de wachtrij te zetten zodra er versoepelingen aankomen. Mogelijk gaat het in het begin om een overgangssituatie met hybride vormen. Dat wil zeggen synchroon online en offline onderwijs, met gebruik van aangepaste collegezalen zodat studenten gemakkelijker digitaal kunnen ‘aanschuiven’. Zodra er meer bekend is zullen we alle studenten en medewerkers informeren. Maar ik wil hier echt benadrukken dat we iedereen weer op de campus willen ontvangen zodra het kan.
‘Naast fysieke colleges willen we ook op de langere termijn wel het goede van onlineonderwijs behouden. Dat zijn bijvoorbeeld de digitale interactiemogelijkheden en hulpmiddelen als weblectures en kennisclips die studenten helpen in de voorbereiding zodat er in de gezamenlijke sessies ook echt tijd is voor interactie en contact. In pilots willen we de mogelijkheden van blended onderwijs verder ontwikkelen. Een goede technische en didactische ondersteuning voor docenten is hierbij cruciaal.’
Terug naar dit collegejaar. De universiteit is al ruim een jaar in lockdown. Hoe gaat het met ons onderwijs en de studenten?
‘Iedereen mist enorm het fysieke contact. Vooral de studenten die alleen op hun kamer zitten en de internationale studenten die niet naar huis kunnen of juist niet hier kunnen zijn. Het is moeilijk om zo lang gemotiveerd te blijven. Zeker als bijvoorbeeld ook een stage of studiereis niet doorgaat. Overigens staan studenten en medewerkers met onderliggende kwalen of kwetsbare familie nog niet te trappelen om naar de universiteit te gaan. Steeds meer studenten hebben mentale problemen en dat baart me zorgen. We proberen hen zoveel mogelijk te helpen: met spreekuren van studentenpsychologen, workshops over motivatie en studeren en de inzet van studentmentoren. Door middel van enquêtes proberen we vinger aan de pols te houden en moedigen we studenten aan contact op te nemen als het niet goed gaat.’
Lopen studenten veel vertragingen op?
‘De studieresultaten zijn over het algemeen juist wel goed, zelfs iets beter dan gemiddeld. Studenten werken hard en halen hun punten, veel anders dan studeren is er nu niet. Maar het is wel knap onder deze moeilijke omstandigheden. Ook docenten hebben het zwaar nu ze grotendeels vanuit huis hun colleges moeten geven. Ze missen hun studenten en collega’s. Gelukkig hebben zowel studenten als medewerkers laten zien dat ze over een grote veerkracht beschikken en vaak creatief zijn in het bedenken van digitale alternatieven. Ik zou tegen iedereen willen zeggen: blijf volhouden en help elkaar.’
En hoe is het om rector te zijn in deze lange lockdown?
‘Het is voor mij een spannende tijd, net als voor al onze studenten en medewerkers. Aan de praktische kant van het digitale werken ben ik wel gewend en dat moet ook wel, het werk dendert door. Als rector heb ik naast onderwijs ook onderzoek in mijn portefeuille. Zonder reistijd kan ik digitaal enorm veel onderzoekers ontmoeten dus dat heeft zeker voordelen. Maar ik mis de echte ontmoetingen in de gebouwen, waarin je elkaar inspireert en enthousiasmeert. Het is wel hoopvol dat de vaccins zo snel ontwikkeld zijn en we daardoor aankoersen op een nieuwe situatie. En als ik zie wat allemaal met elkaar hebben neergezet dit jaar… Echt indrukwekkend hoe flexibel en weerbaar we zijn. Hoewel de toekomst nog wel even onzeker blijft, geeft ook dat veel hoop.’