Landschappen op royaal formaat: waarom Noord-Nederlandse kunstenaars buiten tekenden op extra groot papier
In de 16e en 17e eeuw tekenden veel Noord-Nederlandse kunstenaars in de buitenlucht om hun hand en oog te trainen en de natuur en het landschap vast te leggen. Yvonne Bleyerveld, bijzonder hoogleraar Kunst op papier en perkament, belicht in haar oratie op 21 maart een onderbelicht aspect. Sommige kunstenaars tekenden niet alleen buiten in kleine schetsboekjes, zoals al bekend was, maar ook op papier van groot formaat.
Kunstenaars trokken eropuit om in de natuur te werken en stads- en dorpsgezichten vast te leggen. Dat deden ze in hun eigen omgeving, maar ook elders in Europa. Het was een manier om te oefenen en werkmateriaal te verzamelen, maar ook een vorm van ontspanning. Door kunsttheoretici werd het tekenen in de buitenlucht aangemoedigd. Dat het een gebruikelijke praktijk was, blijkt uit de vele landschapstekeningen uit die periode waarop kunstenaars zijn afgebeeld die zitten te tekenen. Bleyerveld: ‘Daarmee wilde de kunstenaar laten zien dat hij waarde hecht aan natuurgetrouwheid en beroepsmatig tijd in de natuur doorbracht. Ook heeft diens aanwezigheid een psychologische functie. De beschouwer kan zich makkelijker met de tekenaar identificeren en door zijn ogen het landschap zien.’
Groter en nauwkeuriger werken
Bleyerveld onderzocht een groep 16e- en 17e-eeuwse tekeningen van diverse Noord-Nederlandse kunstenaars die twee dingen gemeen hebben: ze zijn in ieder geval in de eerste opzet buiten gemaakt én uitgevoerd op een groot blad papier, vellen van zo’n 40 bij 50 centimeter of nog groter. ‘Tekenen op groot formaat in de buitenlucht was bijzonder onhandig, want hoe neem je die grote vellen mee en hoe hanteer je ze op locatie? Kunstenaars deden dat door gebruik te maken van grote tekenmappen of tekenplanken’, aldus Bleyerveld. Ze deden al die moeite omdat zij op groot formaat papier de ruimte hadden. ‘Ze konden er het licht, de lucht en de atmosfeer op registreren en een stads- of dorpsgezicht nauwkeurig weergeven – beter dan op een schetsboekblaadje. Deze grote tekeningen werden veelal gemaakt door schilders die vanuit de schilderpraktijk gewend waren op groot formaat in te werken.’
Directe waarneming of gecomponeerde voorstelling
Hoe is te zien of een tekening in de buitenlucht is ontstaan? Bleyerveld: ‘Om dat te achterhalen moet je heel goed kijken. In de eerste plaats zoek je naar een mate van naturalisme en topografische correctheid: is de tekening het resultaat van directe waarneming of gaat het om een gecomponeerde voorstelling? Dan is het gebruik van krijt een goede indicatie.’ Krijt is gemakkelijk mee te nemen en werd daarom veel gebruikt bij het buiten tekenen. Ook kan een tekening buiten in krijt zijn opgezet en naderhand in de werkplaats verder zijn uitgewerkt. Pen en bruine inkt werd zowel binnen als buiten gebruikt. In de buitenlucht leent deze tekentechniek zich goed voor de effecten van licht en schaduw op een landschap.
Patronen ontdekken
Door een groep tekeningen in samenhang te bekijken komen we meer te weten over hun functie en over de praktijk van het buiten tekenen. ‘Hierdoor kunnen interessante patronen aan het licht komen. Het geeft inzicht in hoe kunstenaars te werk gingen en wat voor rol tekeningen speelden in het artistieke proces.’
Bleyerveld is senior conservator teken- en prentkunst in het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. Als bijzonder hoogleraar geeft ze onderwijs aan de hand van originele tekeningen en prenten uit de belangrijke collectie van de Universiteit Leiden. Bleyerveld: ‘Het is de allerbeste manier om de studenten goed te leren kijken en object-gericht onderzoek te stimuleren.’