Universiteit Leiden

nl en

‘De medezeggenschap is beter én leuker geworden’

Het academisch jaar 2021-2022 is ten einde gekomen. Hoe kijkt de Faculteitsraad van de FSW terug op dit jaar? We spreken met raadsleden Marian Hickendorff en Evelien Wolthuis over werkdruk en de versterkte positie van medezeggenschap. Daarnaast blikt Evelien terug op haar tijd bij de raad, waar ze na drie actieve jaren afscheid van neemt.

Marian Hickendorff
Evelien Wolthuis

Een nieuwe groep studentleden staat al te popelen om deel te nemen aan de raadsvergaderingen, maar op 29 augustus 2022 heeft de Faculteitsraad nog voor het laatst vergaderd in de oude samenstelling. Het was een jaar waarin grote stappen zijn gezet op het gebied van werkdruk en versterking van de medezeggenschap. Uiteraard was ook het visie- en strategieplan van de faculteit een belangrijk onderwerp van gesprek.

Werkdrukvermindering is een prioriteit

‘In de meerjarenbegroting van de FSW staat werkdruk zo ongeveer in zin één,’ zegt Marian. ‘Dat is dé uitdaging van dit moment, daar gaan financiële middelen naartoe. Je ziet dat het bestuur het belangrijk vindt.’

Volgens haar en Evelien heeft het Faculteitsbestuur van de FSW binnen de universiteit een voortrekkersrol gehad in de ontwikkelingen op het gebied van werkdruk, zoals de vaste contracten voor structureel werk. Marian: ‘De raad bleef het belang hiervan herhalen en heeft stukken altijd bekeken met in het achterhoofd de gedachte: wat betekent dit voor de werkdruk? Dit was zeker een van de ingrediënten voor de omslag op dit gebied.’

In verschillende sessies werd met post-its feedback verzameld op het visie- en strategieplan

Meepraten in het visie- en strategieplan

Afgelopen jaar stond ook in het teken van de ontwikkeling van het facultaire visie- en strategieplan. ‘We hebben hier een aparte sessie over gehad met het bestuur en zijn voortdurend meegenomen in het proces,’ vertelt Marian.

De raadsleden namen hun rol serieus tijdens de feedbacksessies die in mei werden georganiseerd en zijn actief feedback gaan ophalen bij medewerkers om mee te geven aan het bestuur. ‘Dit is een uitgelezen kans om je stempel te drukken op waar we heen gaan met z’n allen,’ vindt Evelien.

Meer tijd voor raadswerk

Nieuw universiteitsbreed beleid zorgt ervoor dat raadsleden meer tijd krijgen voor hun raadswerk. Dat is mooi, vinden Marian en Evelien. Door meer tijd vrij te maken voor raadswerk, wordt het toegankelijker om de medezeggenschap in te gaan.

Met de extra tijd die beschikbaar wordt, wil de raad komend jaar (nog) proactiever worden, bijvoorbeeld door vaker agendapunten aan te dragen. Sowieso is de raad serieus bezig geweest, vooral sinds het vooroverleg een week voor de raadsvergadering standaard in ieders agenda staat. Dat had ook wat voeten in aarde voor het bestuur, die de stukken eerder moest toesturen. Het bestuur verwelkomde de verandering, aldus Evelien, en heeft zijn procedures hierop aangepast. ‘Doordat we de stukken eerder hebben, zijn we beter voorbereid en kunnen we tijdens de raadsvergadering onze tijd nuttiger besteden.’

Marian: ‘We gaan meer de diepte in, omdat we indien nodig van tevoren al feitelijke of verhelderende vragen per mail kunnen stellen aan het bestuur.’

Het vooroverleg is daarnaast nuttig voor de raadsleden om elkaars perspectief alvast te horen, zegt Marian. ‘Ook binnen de raad zijn er flinke discussies als de belangen moeilijk te verenigen zijn, bijvoorbeeld over hybride onderwijs.’

‘En die verschillen mogen er zijn,’ benadrukt Evelien. ‘Het bestuur moet uiteindelijk de afweging maken; de rol van de raad is om zo veel mogelijk verschillende perspectieven kenbaar te maken. Dat is wat we doen: we adviseren en laten zien dat er niet één juiste oplossing is voor sommige vraagstukken.’

Contacten leggen en verbinding zoeken

De nieuwe raad, die op 6 oktober 2022 haar eerste raadsvergadering heeft, krijgt dus meer uren voor hun raadswerk. ‘We moeten ons afvragen welke extra werkzaamheden we in die uren gaan oppakken. Wat heeft zin?’ zegt Marian.

Ik weet mijn collega’s bij psychologie wel te vinden, maar ik spreek geen antropologen in het wild.

Een van de uitdagingen ligt bijvoorbeeld in de vertegenwoordiging binnen de raad. Evelien: ‘Die is nu niet optimaal divers. Met de extra tijd kan de raad meer contact leggen met organisatieonderdelen waar zij nu een minder sterk lijntje mee heeft. Culturele antropologie is bijvoorbeeld ondervertegenwoordigd in de raad. Ik weet mijn collega’s bij psychologie wel te vinden, maar ik spreek geen antropologen in het wild.’

Nog mooier zou het natuurlijk zijn als de raad een representatieve afspiegeling van medewerkers van de FSW zou zijn, maar met maar zeven stafleden en zo’n diverse faculteit is dat geen eenvoudige opgave. Nu er meer uren beschikbaar zijn, kan er op een andere manier verbinding gezocht worden.

Bedankt en tot ziens, Evelien!

Voor Evelien is dit het einde van haar tijd in de medezeggenschap. Hoe kijkt ze terug op drie jaar in de Faculteitsraad, waarvan de eerste twee als voorzitter?

‘Ik ben in de raad gekomen met het idee: hoe kunnen we dit zichtbaarder en gestructureerder maken? Als voorzitter ben ik aan de slag gegaan met het organiseren van de raad. Toen hadden we het ook al over de beschikbaarheid van uren voor raadswerk: is medezeggenschap iets wat je in je eigen tijd doet, of is het dienstverlening aan de gemeenschap waar je tijd voor hoort te krijgen?’

Onder leiding van Evelien begon de raad met een structureel vooroverleg een week voor de raadsvergadering. Het Faculteitsbestuur stond hier welwillend tegenover. ‘Daar is de medezeggenschap echt beter én leuker van geworden,’ zegt Evelien. ‘Ik ben heel blij met hoe het vooroverleg het raadswerk heeft beïnvloed. We zitten beter in de materie, kunnen perspectieven delen, tijdig om verheldering vragen, opmerkingen alvast aan het bestuur doorgeven. Die extra voorbereidingstijd heeft de vergaderingen echt beter gemaakt.’

Een faculteit waar je met plezier komt en constructief samenwerkt

Wat had ze voor ogen toen ze verkozen werd? ‘Een faculteit waar je met plezier komt en constructief samenwerkt – het zijn natuurlijk buzzwords, maar ik heb toch het idee dat we op dat vlak iets bereikt hebben in de afgelopen jaren.’

Eveliens plek in de raad wordt overgenomen door Jan Jansen van het Instituut Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie. De eerste stap naar een verbeterde representatie in de raad is dus gezet!

Tekst: Emma Knapper

Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.